partij mocht op rond vijftien kamerzetels rekenen. Bij de toedeling werd met allerhande factoren rekening gehouden. Om te beginnen: het kerkelijk paspoort. Uit een oogpunt van electorale trekkracht zaten er in een ideale fractie: hervormden, christelijk-gereformeerden, vrijgemaakt gereformeerden en gewone gereformeerden. Van sommige van die kerkgenootschappen bood het aantrekken van geschikte kandidaten nog wel eens enige moeizaamheid, maar zeker niet voor de (gewone) gereformeerden en tot die categorie behoort ondergetekende. Daar dan weer overheen moest ook functioneel de zetelvoorraad gespreid worden. cbtb (de boeren), cnv (de arbeidersbeweging), de middenstand en de werkgevers moesten gecontenteerd worden. Daarnaast was deskundigheid op de terreinen van onderwijs (woog zwaar), defensie, buitenlandse politiek, justitie en bestuur geboden. De laatste discipline werd in de ar-fractie gedurende een lange reeks van jaren ingebracht door mr.dr. Verkerk, burgemeester van Boskoop. Om kort te gaan, de partij zat op een tweede burgemeester en dan nog een synodaal-gereformeerde bovendien, niet te wachten.
Burgemeester Schakel was er jong bij, kamerlid Schakel startte pas op 47-jarige leeftijd. Van de bij die leeftijd passende rijpheid heeft hij zeker profijt getrokken.
Je moet als ambitieus politicus ergens beginnen. De gemeenteraad viel in mijn geval af. De aanloop begon op de kandidatenlijsten voor de Staten, in mijn geval van Zuid-Holland, Statenkieskring Dordrecht.
De statenverkiezingen van 26 april 1950 brachten mijn naam voor de eerste maal op een kandidatenlijst, geheel onverkiesbaar, maar eveneens voor de eerste maal maakte een aantal kiezers het hokje voor mijn naam bij wijze van voorkeurstem rood. In mijn drie dorpen waren dat er 58, het begin was er, maar de kamerkandidaat had nog een lange weg te gaan.
Op de statenlijst van 1954 (verkiezingen op 21 april) was ik een aantal plaatsen opgeklommen, overigens onverkiesbaar, het getal der voorkeurstemmen nam toe.
Twee jaar later (1956) stond ik in de Kamerkieskring Dordrecht als streekkandidaat in de aanvullende staart van de antirevolutionaire kandidatenlijst voor de verkiezingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Bij de kamerverkiezingen van 1959 kwam ik evenmin op de landelijke ar-lijst voor, ik bleef bij de Dordtse staart verwijlen.