in enkele zeer kritieke omstandigheden als wapenbroeder aangetroffen had, Dirk Hakkesteegt. Directeur Groen was een man die er bij ons de wind onder had. In mijn kweektijd meer gevreesd dan geliefd. Zijn hoofdvak was aardrijkskunde. Bij het overhoren van een repetitie wees hij minstens honderd steden, rivieren, gebergten, baaien, schiereilanden en vulkanen op een blinde kaart aan; iedere misser bracht je één punt verder van de tien af. Maar toen hij gegijzeld werd heb ik gevloekt, en ik weet dat ik niet vloeken mag.
Bij de bevrijding en in de periode daarna was ik ‘garnizoenscommandant’ van Gorinchem, compleet met spreekuur. Op dat spreekuur wachtte mijn kweek-directeur rustig tot het moment dat de voorlaatste klant was afgewerkt om mij vervolgens tot diep in de nacht te verduidelijken dat mijn publikaties weliswaar emotioneel verklaarbaar, maar daarom nog niet inhoudelijk ‘einwandfrei’ - zijn bijvak was Duits - waren.
Dirk Hakkesteegt pakte het anders aan. Die was minstens zo emotioneel als ik, maar op cathechisatie en in de hervormd-gereformeerde jongelingsbond had hij een (beperkt) aantal saillante dingen opgepikt, die mij tot nadenken stemden. De urenlange gesprekken met deze mannenbroeders, volkomen los van elkander in de loop van 1945 gehouden, hadden tot gevolg dat de Alblasserwaardse dorpen Noordeloos, Hoornaar en Hoogblokland op 1 januari 1946 een antirevolutionaire burgemeester kregen, op dat moment de jongste van het Nederlandse burgemeesterscorps.
Ik ben een verklaard voorstander van de benoemde burgemeester, maar kan niet ontkennen dat in mijn start sterke trekken van de gekozen man zaten. De nood-gemeenteraden maakten zich sterk voor mij in Den Haag. Den Haag werkte mee. Toen ik bij minister Beel op sollicitatiebezoek was, deelde hij mede dat de benoeming een zaak was tussen hem en koningin Wilhelmina, doch dat op de voordracht slechts één naam voorkwam.
De drie dorpen kregen niet alleen een burgemeester, maar tevens een burgemeesterse. Na acht jaar vaste verkering waren verloofde Anna en ik op 21 augustus 1945 getrouwd. Het geslacht Konings boerde al in 1700 aan de Molenstraat in Raamsdonk, een goed rooms dorp met een handjevol hervormden, waaronder de familie van mijn vrouw. Kerkelijk hervormd ging hand in hand met politiek chu. Mijn Anna werd gereformeerd en stemde met mij antirevolutionair.