| |
| |
| |
Sg. Gerong-Belawan-Buatan-Tg. Uban-Buatan-Tg. Uban-Buatan-Sg. Gerong.
18 november 1957
mv. Tankhaven III
Beste W. Hilbers,
Hartelijk bedankt voor je brief met horoscoop, en met het verhaal over de dood en de begrafenis van Strobl. Wat gaan er tegenwoordig toch veel mensen dood op de Stichting! De oude Hogewind ook al, en dan heb ik de begrafenis van Kuiper nog in mijn herinnering; dat was ook op Westerveld, en daar werd de Internationale gespeeld. Ik heb Strobl nog net gekend, hoewel uit de verte, dus ik heb nooit last gehad van zijn agressiviteit en andere moeilijkheden. Misschien was hij zo tegen mogelijke concurrenten en critici. Ik dacht toen ik hem zag dat hij een grappige, artistieke kerel was en erg kinderlijk van aard. Zoals ook Steygerwalt, mijn eerste kapitein van dit contract (toevallig ook erg agressief), echt een kind is. Kinderlijke mensen hebben een groot hart. Het lijkt erop, dat Strobl, in mijn herinnering, dat ook had. Steygerwalt heeft het zeker; vandaar ook dat hij een kapitein is met altijd ‘een goed schip’; de mensen blijven graag bij hem aan boord en doen veel moeite om overplaatsingen te voorkomen. Aan de andere kant is hij, als ‘Indische jongen’, verschrikkelijk achterdochtig als hij denkt dat je hem voor de gek houdt, en in staat om het meteen maar met je uit te vechten; werkelijk vechten. Alles wat van ‘kantoor’ komt, houdt hij op een afstand, en dat lukt hem, met zijn 25 jaar dienst zonder een ongeluk.
Laatst kwam er iemand van het Marine Department aan boord om een nieuwe ster van de technische afdeling voor te stellen aan Steygerwalt. ‘Mag ik u Jaski voorstellen,’ zei Breen, die er al langer zit en Steygerwalt dus kent. Wat kom je doen? vroeg Steygerwalt. Bij de ‘technische afdeling’, zei Breen. Heb ik niks mee te maken, dan moet je bij Baart wezen (dat is de hoofdmachinist). Ze begonnen nog een beetje te jamaren, maar
| |
| |
Steygerwalt werd driftig en stuurde ze weg. Jaski, een Amsterdammer die veel gevaren heeft, keek wel beteuterd maar nam het goed op. Nu zijn ze de beste vrinden; Steygerwalt neemt eieren voor hem mee uit Bangkok en Jaski zorgt ervoor dat we vlot worden geholpen met van alles en nog wat.
Maar nu is Steygerwalt in het ziekenhuis vanwege rheumatiek in zijn schouder en misschien arthritis in zijn voet; ik weet niet wat het is. Hij kon niet mee op deze lange en vrij vervelende shuttle-reis, en dus ben ik nog steeds kapitein hier. Tijdelijk en waarnemend, maar ik ben toch blij dat ze hun rare briefje van voor mijn verlof maar hebben opgeborgen. Tenslotte helpt de conjunctuur mij; er is nog steeds een gebrek aan personeel, en zeker aan personeel met althans enige ervaring. Dus toen er ineens een kapitein op de Tankhaven III nodig was, hebben ze toch liever mij genomen dan een nieuwe. Wat voor mij een beetje gratifying is en tegelijk nog steeds vernederend, want ik vind het ellendig dat ik ‘een geval’ ben geworden. Niet erg strelend voor mijn ijdelheid.
Ik ben dus weer ‘in the running’ en uit mijn schuilhoek op de Tankhaven III tevoorschijn gehaald. Zodoende moet ik ook weer op het Marine Department verschijnen, waar ik sinds mijn terugkomst in oktober nog niet geweest ben. Pothof is de man op het Marine Department die ik het meest vertrouw, iemand die vroeger op de schepen heeft gevaren en dus precies weet hoe wij leven. Als hij er niet geweest was, zou ik vermoedelijk nu in Holland zijn om naar een baantje te zoeken, niet zozeer door die aanvaring zelf, als om wat zich daarna heeft afgespeeld. Want ik ben dikwijls onbeheerst, en ik heb geen 25 jaar dienst, zoals Steygerwalt. Dus toen ik, laatste februari, met mijn zak vol beroerdigheid in Sungei Gerong arriveerde om te vertellen hoe de vork in de steel zat, en tegemoet werd gekomen met een boek vol voorschriften en reglementen, heb ik helemaal niet gepraat en de boel zo rustig mogelijk over me heen laten glijden. Met zulke lui kun je niet praten. Pothof was toentertijd in Amerika om een schip te bekijken dat ze pas hadden gekocht, speciaal om Lirik Crude te varen. Het is een oud, slecht schip; op het ogen- | |
| |
blik is het dan wel hier aangekomen, maar tot heden heeft het nog niets gedaan dan in het droogdok liggen. Een stoomschip is het, dus duur in de exploitatie, maar rustig voor de mensen aan boord. Motoren zijn zuiniger voor de eigenaar, maar maken enorm veel herrie. Oude stoomjammers, de ‘armen- en benenwinkel’, zijn practisch geruisloos, op wat gesis van stoom na. Maar ze hebben er pech mee, zoals meestal met schepen. Amerikanen van de Standard Oil hebben geen verstand van schepen. Enfin, toen Pothof terug was, is de hele zaak gesust. Maar toen heb ik alles weer opnieuw opgerakeld door een van mijn soms ongelukkige initiatieven. Er was toen wat aan de gang in Indonesië, het vliegveld van Palembang was bezet door min of meer ‘opstandige troepen’ (of net andersom, het vliegveld door Soekarno
mannen en de stad door de ‘opstandelingen’, dat weet ik niet meer) en verlofgangers in Sg Gerong moesten wachten op schepen van de regering om naar Singapore of Djakarta te kunnen gaan. Ook nu is de rechtstreekse verbinding Palembang-Singapore nog verbroken. Je moet van Singapore uit eerst naar Djakarta en dan pas naar Palembang. Allemaal vanwege de sob. Ik vroeg een loods wat dat betekende in het Maleis? ‘Staat van Oorlog en Beleg’, zei die prompt, bewijzend dat het Holland zelfs in het officialese nog een rol speelt.
Ik heb vrienden en kennissen in Sungei Gerong, heb er tenslotte 4 jaar gewoond, en een familie met drie kinderen zat te wachten op vervoer. Nu werden onze tankers dikwijls gebruikt om families die weg moesten, naar Tg Uban te vervoeren. Vandaar konden ze dan naar Singapore. Op een keer moesten wij helemaal onverwachts naar Singapore om een Chinese kok die gek was geworden (eigenlijk altijd was geweest) af te zetten. We zouden langs Uban gaan, zoals de gewoonte is. Ik dacht, toen ik daar koffie zat te drinken op een pakkist: waarom zouden zij niet met ons meegaan? En ik heb meteen de daad bij de gedachte gevoegd, en allerlei kerels opgebeld die daarover zouden kunnen ‘gaan’, zoals men hier zegt. Zeggen ze dat ook op de Stichting? Maar het was helemaal mis: het vervoer van passagiers per zwarte-olie-tanker werd angstvallig gereserveerd voor bepaalde
| |
| |
Amerikanen die dan door het ‘management’ werden uitgezocht. Dus ik trapte grote riboet door mijn opbellerij, en het hele Marine Department stond op stelten. Of ik al zei dat ik alleen maar de ‘beste bedoelingen’ had gehad, het hielp niet, en tenslotte werd ik weer kwaad, natuurlijk, en heb zoiets gezegd van dat ze konden barsten met hun prestigekwesties. Het werd mijn laatste reis op de Pendopo. En er volgde ook nog een briefje dat ik maar 6 tot 12 maanden als eerste stuurman moest varen om meer ervaring op te doen. Toen was het de aanvaring weer die op de proppen kwam.
Zodoende begrijp je wel dat ik met nog minder lust naar Sg Gerong ben vertrokken, op 3 oktober, dan gewoonlijk al het geval is. Je vindt in zulke gevallen allerlei stoplappen en props voor de ijdelheid. Het geld voor de famielje is natuurlijk uiterst belangrijk, en dat zal wel de voornaamste reden zijn geweest dat ik me weer in dit wespennest gewaagd heb. Ook heb ik mezelf voorgehouden wat jij me zei toen ik je de gang van zaken zo'n beetje uitlegde. Dat het ‘voor mezelf’ beter zou zijn als ik nog minstens een contract hiernaar toeging. Vermoedelijk zijn de practische redenen wel doorslaggevend geweest; het is ook niet alles om weer deel te worden van de Hollandse mierenhoop en elke dag hetzelfde paadje te moeten aflopen, op straffe van de kop te worden afgebeten door de soldaten en politieagenten van de kolonie. Ik vind Nederland een prachtig land, maar je moet een vreemdeling blijven daar en je niet druk hoeven maken over de Drezen en Rommelaars. Rimmel, rimmel, rammelaar, huil maar niet, je pap staat klaar. Dat is het stopwoord van onze 2e machinist, als er een beetje ruzie aan boord beslecht moet worden. Die houding moet je in Holland ook blijven aannemen, en als ik er zou wonen, ga ik me natuurlijk weer opwinden. Maar dat doe ik overal, what's the difference?
Ik ben dus blij dat ik weer een paar reisjes als kapitein maak. Vooral omdat ik dan niet zoveel te maken heb met de routinebezigheden aan boord. Meer tijd, dat kun je wel zien aan de lengte van deze brief, en aan het langdradig geleuter ervan!
Ik heb een heel pak administratie liggen; allemaal nieuwe voor- | |
| |
schriften die van kracht zijn geworden door de onafhankelijkheid van Malaya, en de nieuwe regering van Singapore. De Engelsen houden van eenvoud en efficiency, niet alzo onze Maleise broeders. Die gaan op reis door de wereld, en waar de zaken zo ingewikkeld mogelijk zijn opgezet, lijkt het wel, gaan ze in de leer. Thuisgekomen zetten ze een groot bureau op, en dan worden fris van de lever allerlei mooie reglementen gemaakt, liefst zo dat iedereen een aardig baantje heeft waarvoor hij niets heeft te doen en vooral zo, dat iedereen altijd ‘gedekt’ is. De moeilijkheden in Indonesië bijv. zijn niet te overzien als je je precies aan hun ‘wetten’ wilt houden. Ze weten het zelf trouwens niet meer. Het gaat erom dat ze geld willen zien en geen soesah willen hebben. Nu worden de lagere ambtenaren in Indonesië wel heel schandalig betaald, 500 tot 1000 rupiah per maand, en reken de rupiah maar voor een dubbeltje koopkracht. Hoogstens. Een week geleden kon ik in Singapore voor een dollar (f. 1.25) bijna 15 rupiah kopen. Rp. 14.90.
Je klaagt erover dat je teveel rookt. Nu voel ik me schuldig. Je moet weten dat ik in Singapore bij Robinson's, de grootste winkel van de Engelsen, een doos Churchman No. I heb gekocht. Er is daar een Christmas-service, ze pakken alles netjes voor je in en versturen het voor je naar elk gewenst adres. Om je de waarheid te vertellen, ben ik ook bij onze ship's chandler geweest met hetzelfde verzoek, maar die zei dat het onmogelijk was sigaretten te versturen. ‘Het mocht niet,’ beweerde hij. Hij is een Chinees die anders niet bang is voor wat niet mag. Ik geloofde hem, maar liep later Robinson's binnen, om een scheerkwast en -zeep te kopen. Daar zag ik een toonbank vol Kerstspullen, en zodoende kwam ik op het idee. Ik heb degelijk geïnformeerd of het werkelijk wel mogelijk was om 500 Churchmansigaretten naar Holland te sturen, per mailschip. Ik heb het tenslotte aan de manager zelf gevraagd (het is een groot warenhuis) en kreeg aldoor bevestigend antwoord. Toen heb ik alles afgesproken en betaald, waarna ik naar het schip ben teruggegaan. Ze zouden het sturen per registered mail, dus aangetekend. Ik heb een reçu van de winkel gehad. Ik hoop nu maar dat je ze binnen 2 maan- | |
| |
den ontvangen hebt, dan is dat een op de lange baan geschoven, maar tenslotte nog behaald succesje. En als je werkelijk het roken er helemaal aan hebt gegeven, wil je ze dan weggeven aan iemand van de Stichting die zich nog aan dit vergif bezondigt?
Jij hebt me ook weer goed bedacht. Ik heb je al geschreven, dacht ik, dat ik bij aankomst twee boekjes heb gevonden: Planken van Podium, en The Shetland Bus, waarvan je vertelde. Kort geleden weer twee boekjes: Het Bittere Kruid, en The Set of the Sails van Alan Villiers. Twee van de vier boekjes heb ik nu gelezen, de Planken van Podium en het Bittere Kruid. In het eerste vond ik een paar aardige gedichten, en het tweede is weer de oude tijd in Utrecht. Erg goed, sober, en je hart wil rare bewegingen maken als je het leest. Wat een verdriet bracht die oorlog toch. En dat die beulen nu weer on top zijn in Europa. In Singapore staan de winkels vol met hun radio's en apparaten. Ze zeggen allemaal dat Philips niet zo goed is als Grundig of andere Duitsers, maar ik heb toch een Philips gekocht. Het is van buiten wel een glimmend afgewerkte kast, maar van binnen hangen de splinters nog aan de rand. Maakt niet de indruk van zorgzaam te zijn afgewerkt, ook de busjes etc. waarin de lampen staan niet. Rommelzooi. Maar het is tenminste niet made in Germany. Als ik genoeg geld had gehad, zou ik weer een Eddystone hebben gekocht, prachtig gemaakt, maar blikken geluid vanwege de metalen kast.
Ik ga je voorlopig groeten. Ze vertelden me vanavond over de radio dat Holland van België gewonnen heeft. Mooi. Nu ga ik nog even aan de horoscoperij doen. Dag, Roeland Maria. Het beste.
Frans.
|
|