gesprek inleiden glimlachen meestal, maar dat zag je bij hem niet goed door zijn baard. Ik gleed na enkele minuten bewusteloos van mijn stoel en bleef zo liggen. Ik had en heb de aanleg niet om flauw te vallen. Ik herinner mij dat me dat voordien twee keer was overkomen. Eénmaal toen ik me gedurende een ziekte uit het bed waagde. Een keer, toen ik zes jaar was en in Hamburg bij het feest van de Hollandse club, waarvan mijn vader voorzitter was, als eerste van de aanwezige kinderen door Sinterklaas werd gesommeerd naar hem toe te komen. Was deze Belgische wonderdokter een soort Sinterklaas voor de jongemeisjesleeftijd? Verstond deze pseudo-geneesheer soms de kunst van de hypnose?
Wanneer ik me op de gegevens verlaat door latere informatie gewonnen, lijkt dat laatste me allerminst onwaarschijnlijk. Het succes van het Hygiënisch Instituut Van den Broeck te Antwerpen, waar hij vóór de eerste wereldoorlog werkte en waar hij nadien weer een functie vervulde, dreef, scheen het, op de suggestieve kracht, die van hem, en later ook van een medewerkster, met wie hij niet alleen mentaal verbonden was, uitging. Er werd wel gezegd dat de toerist, die Antwerpen deed, pas een volledige indruk kreeg van de sfeer van die stad, als hij deze twee boodschappers van natuurlijke, zeg liever quasi-bovennatuurlijke krachten, langs de straten had zien schuifelen om hun patienten van nieuwe levenskracht te voorzien. Ze boekten succes met hun suggesties: natuurgeneeskundige mythologie, doordrenkt van mysticisme.