Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd
(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
‘'k Vind het van Monsieur niet aardig,’
Sprak hij, ‘om een fout of acht,
‘Zoo te doen! - 't is onrechtvaardig!
Zoo iets had ik nooit gedacht.’
Pa, die alles had gehoord,
Nam nu dadelijk het woord.
‘Neen!’ sprak hij, ‘'k heb u meer gezeid!
't Komt van uw onverschilligheid.
‘Hadt gij wat vlijtiger geleerd,
Gij waart wis met een prijs vereerd.
Maar beste maat!
Volg toch mijn raad!
Pas beter op! gedraag u wijs!
Dan krijgt ge ook in 't vervolg een prijs.’
Die raad stond Karel wel niet aan,
Maar toch.... hij heeft zijn best gedaan.
En toen Monsieur weêr prijzen gaf,
Liep Karel vrolijk, op een draf
Naar huis, en juichte keer op keer:
‘Zoo'n prijs verwachtte ik nimmermeer!
Van al de jongens uit de stad
Heeft niemand mooier nog gehad!’
| |
[pagina 38]
| |
Geen jongen kwam hem weêr voorbij,
Geen een die leerde zoo als hij.
|
|