Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De dronken Indiaan. pieter. Kijk dien dronken Indiaan! Troe! hij kan niet langer staan. Aanstonds rolt hij van de beenen; O! wat zwaait hij, lacht hem uit! Ha! daar ligt hij!... wel verbruid! Met zijn voorhoofd op de steenen. papa. Lacht gij om dien dronken man, Die niet staan of loopen kan? Foei! dat vind ik lang niet aardig! Dronkenschap staat leelijk, Piet! Maar dat spotten past ons niet: Zoo iets is al heel strafwaardig. Zie! dat komt van al dien dram. Beter dat men hem niet nam, Hij heeft menigeen bedorven. Velen bracht hij in 't verdriet; Andren, al gelooft men 't niet. Zijn door sterken drank gestorven. [pagina 23] [p. 23] pieter. Hoor Papa! zei kleine Piet. 'k Drink hem heel mijn leven niet. Vorige Volgende