Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] De stinkvogel. Stinkvogeltjen, stinkvogeltjen! Wat benje een leelijk beest. Je zwarte rok is vuil en vaal. Je kop en hals, kaba! zijn kaal, Je maakt mij haast bevreesd. Stinkvogeltjen, stinkvogeltjen! Toch zijt ge een nuttig dier. Gij stapt, reeds in den morgenstond, De straten onzer stad in 't rond, En aast op kreng van kat en hond - Gij zijt steeds welkom hier. Stinkvogeltjen, stinkvogeltjen! Loop jij maar vrij op straat. Denk: mooije veêren staan wel goed, Maar beter is een vroom gemoed, Waardoor men andren voordeel doet En onheil tegengaat. Vorige Volgende