Boodschap
Soms in de nacht komt het bericht
het komt als een schoon vizioen
een zonnig landschap, Tahiti, palmen en groot gebladerte van Rousseau-le-douanier
diep beneden een blauwe zee
weelderig en heerlijk is deze wereld, een teder feest van zoete avonturen
een heimelijk paradijs, wonderen wuiven rondom
bloemen en vogels en overal dat stille klateren
dat zachte, heldere zingen hoog in de zoele lucht
alles wordt nu licht en blij, een grote tijd gaat komen
morgen - en dan opeens is het weg
er is niets meer
een groot zwart gat
doodstil
een hels zwijgen omgeeft me
een onzichtbaar triomferen - in de val!
en ik lig wakker in een àldoordringend fijne regen van verdriet
een wanhoop zó volstrekt, zó zwart, zó redeloos
dat er geen opstaan is
geen troost, geen hoop meer, niets
dan slechts een nederliggen roerloos en geslagen
en dan een langzaam klimmend weten
dat dit dan weer het naderen was
dat ik als kind reeds vreesde in mijn droom
dat naderen, onontkoombaar achter vreemd nadrukkelijk schone schijn
en altijd eindigde het met een verstikte schreeuw
het naderen dat terugkeert altijd weer, soms blijft het jaren weg