Aya Sofia
(1886)–H.J.A.M. Schaepman– Auteursrecht onbekend
[pagina 147]
| |
III. Justinianus.In de Byzantinische Geschichten van Gfrörer, uitgegeven door Weiss, leest men: ‘Van al de gebouwen door Justinianus gesticht zal ik slechts éen enkel in 't bijzonder vermelden. Constantius, de zoon van Constantijn den Groote, had in 360 de door zijn vader begonnen Sofia-kerk te Constantinopel voltooid. Sedert brandde de kerk tweemalen af, voor 't eerst bij den opstand ontstaan door de verbanning van den patriarch Johannes Chrysostomus, waarna zij hersteld werd door Basileus Theodosius II, en voor de tweede maal bij het vreeselijk oproer, dat de circus-partijen, de blauwen en de groenen, in het begin van 532 deden ontvlammen. Veertig dagen na dezen laatsten brand beval Justinianus een nieuwen bouw op grootere schaal. Tien duizend arbeiders werkten daaraan gedurende zes jaren. De inwijding had plaats op 27 December 537. | |
[pagina 148]
| |
Bij deze gelegenheid riep de Basileus uit: ‘Eere zij God, die mij waardig achtte zoo grootsch een werk te voltooien’, en op deze vrome woorden liet hij volgen: ‘ik overwon u, o Salomon!’Ga naar voetnoot1) Gfrörer is zeer gestreng in zijn oordeel over Justinianus. Dit echter schijnt men zonder onbillijkheid te mogen zeggen, dat Justinianus in menig opzicht zeer gelukkig is geweest, in Belisarius en Narses groote veldheeren vond, in Tribonianus een groot rechtsgeleerde. Door en met hen heeft hij roem gewonnen, maar dankbaarheid jegens zijn helpers heeft hij nooit getoond. Zelfzucht en ijdelheid zijn de sprekende trekken van zijn karakter. Keizer Justinianus volgde zijn oom Justinus in de regeering op. Even als deze was hij van zeer gewone afkomst, maar hij werd, nog jeugdig, reeds voor den troon bestemd. ‘Toen uit uw Dacisch dorp ter stede heengekomen....’
Justinianus werd geboren nabij Sardica in Dacië. Zijn oom Justinus riep hem naar Constantinopel, de stad dier dagen. Zijn vader heette Sabatius. ‘Toch hebt Gij eens gebeefd....’
In het vijfde jaar van Justinianus regeering - A.D. 532 - brak in den circus een oproer der groenen uit. Het is bekend | |
[pagina 149]
| |
dat de partijen in Constantinopel verdeeld waren in blauwen en groenen, naar de kleur der door de wagenmenners gedragen kleederen. Het oproer nam geweldig toe, de verbittering tegen Justinianus was zóo groot dat, een oogenblik lang, blauwen en groenen vereenigd tegenover hem stonden en zijn troon zoowel als zijn leven bedreigd waren. Bij dat oproer ging de Aya Sofia voor de tweede maal in de vlammen op. ‘En Theodora rees....’
De gemalin van Keizer Justinianus was de dochter van den beerentemmer Acacius. Na den dood haars vaders bewoog zij zich langen tijd in de lagere sferen der tooneelwereld, totdat zij door den troonopvolger Justinianus tot echtgenoot werd gekozen. Zij paarde een overvloed van talenten met een volkomen gemis aan zedelijke begrippen. De verder volgende woorden worden haar door Gibbon en andere geschiedschrijvers in den mond gelegd. In haar heldhaftige houding, die zijn lafheid beschaamde, ziet men de oorzaak van den haat, waarin de hartstocht van Keizer Justinianus eindigde. ‘Uw' naam volgt heel de rij dier volken in hun namen....’
Justinianus noemde zich de Aleman, de Goth, de Frank, | |
[pagina 150]
| |
de Germaan, de Alaan enz. ‘als hätte er’ segt Gfrörer ‘alle besiegt und als wären sie seine Knechte.’ ‘Zich openbarende in de Wet....’
‘De ijdele lof der overwinningen van Justinianus is vergaan: maar de naam van den Wetgever staat geschreven op een deugdelijk en onaantastbaar gedenkteeken. Onder zijn regeering en door zijn bemoeiing is het wereldlijke recht te saam gevat in de onsterfelijke werken: den Codex, de Pandecten en de Instituten; het openbaar recht van Rome is met of zonder toeleg overgegaan in de wetgeving van Europa en de wetten van Justinianus vinden nog eerbied en onderwerping bij vrije volken.’ Gibbon. Cap. 44. Procopius is de bekende Byzantijnsche rhetor, die het van geheimschrijver. bij Belisarius, tot Senator en Praefect van Constantinopel bracht. Hij beschreef in zijn werk ‘Over de Bouwwerken’ de door Justinianus gestichte monumenten, roemde in zijn boeken over de Perzische, Vandaalsche en Gothische oorlogen de dapperheid van Belisarius en schreef de histoire scandaleuse van zijn tijd in zijn gedenkschriften.
In het woord Basileus wordt de tweeklank eu uitgesproken als ui. |
|