Hij liet zijn tanden zien. Barkeepers laten vaak hun tanden zien. Hij toonde enige tekenen van verzoening. Ik schonk bedachtzaam ijswater bij mijn Pernod.
‘Nee, Jacques, het valt niet mee. Een hoge schutting, een heester-aanplant om je tuin of een appartement op de zoveelste verdieping waardoor je alleen je eigen, fijne spulletje ziet, dat helpt. Dat is goed voor de gemoedsrust. Dat houdt de domheid er in. TV niet. Boeken? Ben je bedonderd.’
Met een knie gooide hij het deurtje van de ijskast dicht. Een doffe plof. Ik maakte een gebaar naar de startbanen. ‘Reizen! De Hiltonhotels zijn de enige oplossing. Je kent ze net zo goed als ik: lobstercocktails, autocars, sightseeing by night, sightseeing by day. Je reist, maar je ziet geen steek. Dat moet je hebben.’
‘Ik heb in de bar van de Hilton in Nagasaki gestaan maar u weet het, mijn vrouw...’
‘Maar die bedelende kinderen, je ontloopt ze niet! Dat is de ellende. Nee, Jacques!’
‘Baksjisj!’
‘Niks! Je opwinden natuurlijk over de overbevolking in de wereld, de voedselpositie in de wereld, het seksuele leven van de wilde volksstammen, dat bij de konijnen af is! Ik heb hersens, Jacques! Maar de waarheid is, dat de lobstercocktail zich omdraait in je maag. Dat is niet leuk, Jacques! Dat valt niet mee.’
Hij grinnikte. Hij vond Alf leuk. Ik viste de dreigbrief uit mijn zak, die Ritsie mij op het laatste moment gegeven had. Ik ging het epistel zitten bekijken. De aan zijn lot overgelaten Jacques had duidelijk het land.
Het ontvangen van dreigementen en belasteringen is ook zoiets! Het komt in onze kringen meer voor dan men zou vermoeden. Het is eigenlijk een vrij normaal verschijnsel. Natuurlijk vinden de meesten het misdadig. Sommigen winden zich er nauwelijks over op, anderen zijn er zelfs enigszins trots op. Rijke dochtertjes trekken het zich sporadisch aan. Het verontrust hen. Ze kunnen er niet aan wennen. Dit was blijkbaar het geval met Judith.