Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en proza

[p. 14]

De molens.

Door wind of stroom of stoom bewogen,

Vermaalt de Molen 't voedzaam graan

Tot meel, om daarvan 't brood te bakken,

Tot onderhoud van ons bestaan.

O! hoe kunstmatig is dit werktuig,

Te zaamgesteld door 's menschen hand!

Hierdoor toch gaf de mensch weêr blijken

Van zijn zoo vindingrijk verstand.

Zie hier eenen Molen, welke door het water wordt omgedraaid, en daar verder eenen anderen, welke door den wind wordt bewogen.

Deze Molens, kunnen een denkbeeld der menschelijke nijverheid geven, Welke zamenvoegingen behoorden er al niet toe, om daardoor deze nuttige kunstwerktuigen te vervaar-

[p. 15]

digen! gaat eens, zoo u dit doenlijk is, met voorzigtigheid en oplettendheid in eenen Molen en beschouw denzelven in alle zijne bijzonderheden; het rad in beweging gebragt, de steen die het graan verbrijselt, de zeef welke de zemelen van het meel afscheidt, kortom, de geheele inderdaad verwonderlijke werktuigkunde.

Overdenk de moeite en het zweet, welke het kost om den grond te bebouwen en te bezaaijen, het rijpe graan in te zamelen, het graan te dorschen, te wennen, te malen, het deeg te kneden en in den over te steken, en erken de waarde van het stuk brood, dat u door den goeden God wordt gegeven en tot voedsel verstrekt.