vol! Ik hoorde den voorlooper zeggen: ‘Heeren en vrienden worden bedankt.’ Ik hoorde Swiet Wierjan, den drager, tot een ander roepen: ‘Baja helpi tapoe da holo!’ (Broeder help dat gat toestoppen) en wilde mijne troostwoorden aan nêné, hoofdzakelijk bestaande uit: ‘niet zoo kras gemeend’ afbreken om mijne rede te vervolger, maar de omstanders, de rede als geeindigd beschouwende, verlieten reeds hunne plaatsen. In bijna dezelfde volgorde, alleen minder geregeld en zonder voorlooper en dragers, keerde de stoet naar het ‘sterfhuis’ terug.
Eerst daar wordt van de bloedverwanten afscheid genomen.
Acht dagen zijn om!
't Zou 'n ‘bluf’ van mij zijn, lezer, aan U te zeggen, dat ik op 't feest tegenwoordig was. Ik werd door de oudjes onder den duim gehouden, en ik zou mij nooit ‘uitgaan’ veroorloofd hebben; maar, naar hetgeen ik in latere jaren bij zulke gelegenheden heb ondervonden, heb ik recht ook nêné's moeders ‘sterfhuis’ met dezelfde maat te meten. Tegen acht uur wordt het feest geopend met een psalm, waarvan de a, e en i den grondtoon vormen, maar nu - nu de gemoederen bedaard zijn - in een veel lageren toon. Of die lage toon aan de gemoedsgesteldheid moet geweten worden, weet ik eigenlijk niet.
't Kan ook zijn uit voorzichtigheid! Om niet heesch te worden - want eerst om tien uur eindigt het gezang, slechts door heel kleine pauze afgebroken.
Ziedaar eenige vreemde gezichten!
Gezichten, die wij niet bij de begrafenis gezien hebben! Wat wonder! dezen zijn de dédéhosotata's - vaders van sterfhuizen - in 't hollansch zouden wij zeggen: ‘welkome piraten’ - menschen, die elk sterfhuis bezoeken, onverschillig wáár of van welke gemeente de overledene was, of de nablijvers zijn.
Hier hebt ge Sjoeber - blootweg, ‘Sjoeber’ zonder eenig voorvoegsel, wel een bewijs, dat hij niet hoog in tel is - den man die, is er geene dédéhoso, bij de brandwacht te vinden is, waar hij loonwacht doet à een stuiver per uur - Pa Bréatora, Ba Sjaki, Ba Priorie - zeker een bijnaam, omdat die naam bij ons niet bekend is - dáár ziet ge... ik noem ze verder niet, omdat ge ze toch niet kent!
Wilt ge kennis maken, bezoek dan maar een dédéhoso!
Om 10 uur begint eigenlijk de pret.
Met milde hand wordt aan de bezoekers en bezoeksters gebakken koorn met pinda, koek, chocala, koffie, brandewijn, jenever en likeur bij beurten - ik bedoel de ververschingen bij beurten - verschaft! De tijd, die tusschen twee ‘presentaties’ ligt, wordt aangevuld met geschiedenissen, nansitories, spinnegeschiedenissen genoemd, en als het er hier de plaats voor was,