Schetsen en typen uit Suriname
(1944)–Jacq. Samuels– Auteursrecht onbekend
[pagina 19]
| |
‘Minerva’Ga naar voetnoot1)Prospérité had gedanst tot groote voldoening van de leden, van de kijkers en van het groote publiek! Alles was naar wensch afgeloopen, en den dag, volgende op dien van het bal, was de halve kolonie doordrongen van het feit, dat alles in de puntjes was geschied. Zelfs over de grenzen ging de tijding......want niettegenstaande hij uiterst slaperig was, schreef toch de voorzitter van het gezelschap een brief naar Demerary, daar de schoener ‘Queen of Stars’ tegen negen uur het anker zou lichten. De brief was geaddresseerd aan den gewezen voorzitter en stichter van het gezelschap ‘Ba Endrie’, vroeger werkzaam in 's lands smederij, maar ontslagen, omdat hij geweigerd had een ezel van den chef, die daar was gehoefd - ik bedoel den ezel - bij den toom naar huis te geleiden. Die ‘onbruikbare’ kerel, die na deze gebeurtenis niets in zijn land kon te doen krijgen, repatrieerde en werd een burger van onze zusterkolonie. De tegenwoordige voorzitter bracht dan verslag uit aan zijn gewezen chef! Dat deed hij met: Ba Endrie, In antwoord op dit schrijven ontving de ‘Presdent’ een tiental dagen een enveloppe inhoudende 1e eene kaart Mr. Henry Klipper | |
[pagina 20]
| |
2e Een brief van den nieuwen Engelschman, die zich nu zijn Neger-Engelsch schamende en zich niet in het Hollandsch kunnende uitdrukken, ja, zelfs door den ‘Engelschman’ is te weten gekomen dat hij ‘Dutchman’ was - de nieuwe ‘Engelschman’ dan, maakte van de taal en van de beschaving van de plaats zijner inwoning gebruik en schreef gebrekkig doch verstaanbaar: ‘Dear Sirs and Gals, Als we de ‘omgeving’ van den man in aanmerking nemen, dan is de brief werkelijk een meesterstuk! Ik heb dezen brief alleen neergeschreven, opdat men zou kunnen begrijpen, wat nu volgen zal. ‘Die anderen hebben hun lever gegeten.’ Ziedaar, lezer, den sleutel, die de geheime deur ontsluiten moet! Ja, ‘Ze’ hadden hun lever gegeten! Minerva - ik bedoel het dansgezelschap van dien naam - was woedend over het succes van Prospérité! De lof, Prospérité toegezwaaid, was als een dolksteek Minerva in 't harte gedrongen! De lof aan Prospérité werd door de leden van Minerva beschouwd als een blaam - eene vernedering voor Minerva! De roem van Prospérité wierp eene schaduw op Minerva - en die schaduw moest verwijderd - de hoon gewroken worden! Men denke niet, dat Minerva, niets te doen hebbende met Prospérité, niet kon getroffen worden door den glans van Prospérité - men bedenke, dat men hier met onontwikkelde te doen heeft! Gebeurt het onder meer beschaafden zelfs niet, dat de roem door één verworven, door een ander met leede oogen wordt aangezien, en als eene in-de-schaduwstelling wordt beschouwd? Wat er van zij, reeds voor den eersten Maanavond, volgend op den bewusten Prospérité-dans, werden de leden van Minerva bij elkander geroepen en ze zijn allen tegenwoordig met uitzon- | |
[pagina 21]
| |
dering van Ba Kobes, die aan de smederij werkt en niet gemist kan worden, omdat een cylinder wordt geboord. De overige 15 heerenleden zijn dus met de zestien damesleden bij den Voorzitter op een erf aan de Hoogestraat, zittende op stoelen, banken en kisten, om te beraadslagen, hoe de aangedane hoon gewroken en Prospérité in de schaduw zal gesteld worden. Ik zal in de Hollandsche taal trachten weer te geven, wat op die vergadering in het Neger-Engelsch is verhandeld. De Voorzitter - een schoenmakersleerling - de vergadering overziende opent de bijeenkomst met den uitroep: ‘Houdt allen je mond, want ik spreek!’ De man is een geboren volksleider, want werkelijk - eene doodsche stilte volgt - en hij gaat theatraal voort: ‘Zij hebben het gedaan!’ ‘Om ons den voet dwars te zetten’? ‘Maar wij zullen er niet in berusten, en hen verpletteren!’ Met een victorieuse houding, die Napoleon niet kwaad zou gestaan hebben nà Wagram, neemt hij zijne plaats op een blomvat weer in. Zonder eenigen overgang neemt Bessy - in de wandeling Soekroe Dosi genaamd - het woord en laat eene reeks scheldwoorden op het hoofd van de leden van Prospérité regenen, die ik wèl doe, niet in de notulen op te nemen. Trouwens, er worden geene notulen gemaakt, en het verhandelde wordt aan het onthoudingsvermogen der leden toevertrouwd. Er 's ook geen Secretaris, en de voorzitter deelt het gezag met twee commissarissen, die mede-chefs zijn - de een bij de verlichting en de ander bij de afdeeling verversching en muziek! Reglementboekjes zijn er evenmin. Het gezelschap heeft maar één grondwettelijk artikel: ‘Voor den 10n van elke maand moet de contributie betaald zijn, of men houdt op, lid te wezen’. Alle andere artikelen, inhoudende boeten enz. zijn aan het despotisch gezag van den Voorzitter overgelaten.
Nadat Bessy om en bij 10 minuten aan het woord is geweest, en Sa Dika, Ba Kimoe en Sa Bekka ieder op zijne of hare beurt de leden van Prospérité bespottelijk hebben voorgesteld, door ‘a geersi wan No. 7 nanai, di weri koto’ (lijkt op een naald No. 7 met een rok aan); ‘hem jesi tanapoe leki awodia’ (zijne ooren staan als van een oud hert); ‘a di dansi leki wan sekrépatoe’ (hij danst als een schildpad), is de voorzitter nu genoodzaakt om de vloeken en verwenschingen uit dertig keelen tegen te houden door een herhaald, nu donderend: ‘Houdt je mond!’ De vergaderden - nu opgewonden - volgen het bevel niet dadelijk, maar nà eene nieuwe stemverheffing, die de heele buurt zou wakker geschrikt hebben, als het al ‘slaaptijd’ was, met de bedreiging van ‘50 cents boete’ en ‘de negerpoort uitgeschopt’, komt er eenige kalmte in de gemoederen. | |
[pagina 22]
| |
‘Wie heeft wat te zeggen?’ doet de voorzitter zich hooren, en dertig stemmen in koor doet de lucht trillen met ‘mi’ (‘ik’). De Voorzitter, half wanhopig omdat zijne volgelingen nog zoo weinig bekend zijn met parlementaire vormen, besluit in zich-zelven de vergadering niet meer aan het woord te doen komen, en alle voorstellen en besluiten van ‘z'n eigen’ te doen uitgaan. Met een sprong, dien elke kunstenaar uit een paardenspel hem mocht benijden, staat hij op zijn blomvat en na een, nu half verzoekend, ‘houd toch je mond,’ waaraan wordt gevolg gegeven, stelt hij voor.. een snowbal!
Hoe zal ik het tooneel beschrijven, dat op dit voorstel volgt! De Gordiaansche knoop was doorgehakt - de steen der wijzen was ontdekt! en elk op zijne of hare wijze gaf lucht aan den nu reeds veel verlichten boezem! Monden kwamen tot aan de oren van 't lachen - vlakke handen werden op kniëen geslagen - bovenlippen deden vergeefsche pogingen om over de neus te komen - handen werden gewreven en geslagen, als om voor te stellen, hoe de oude volken vuur maakten met twee houtjes - voeten kregen dezelfde beweging als dansmeesters,Ga naar voetnoot3) waarvan het touw aan één langer is dan aan het andere, zoodat het eene been opkomt, terwijl het andere neergaat - schouders werden opgetrokken, zoodat niets van het hoofd te zien kwam a-a-a's en ho-ho-ho's werden gehoord, die verbazing, vreugde of zelfs verrukking moesten te kennen geven - in 't kort - ieder gaf te kennen, dat het voorstel ingang had gevonden, en men verblijdde zich nu reeds met de nederlaag van Prospérité en de zege van Minerva. De voorzitter, zijne menschen kennend, of geheel buiten zichzelf geraakt door den grooten bijval van het voorstel, geeft wel een half uur aan de vergadering om tot bedaren te komen. Eerst daarna brengt hij de zaken verder in het reine! Na eenige vragen: ‘Hoeveel lampen had Prospérité?’ en ‘Hoeveel van dit of dat?’ - opdat men alles in grootere hoeveelheid kunnen aanschaffen - en op welke vragen dadelijk van verschillende zijden antwoord volgt, beklimt nu de voorzitter weer zijn vat en zegt: ‘Denkt er aan, dat de roem van ons gezelschap op het spel staat en dat mijne glorie als jullie voorzitter in jullie handen is gesteld!’ | |
[pagina 23]
| |
‘'t Blijft bepaald: “alles” wit, broek wit, jas wit, schoenen en kousen wit, japon wit, alles aan je lichaam wit! Hebben jullie verstaan?’ Een ‘ja’ uit dertig wijdgeopende monden volgt daarop. ‘Dan moet ik jullie nog zeggen, dat alles in het diepste geheim moet geschieden, opdat “ze” ons geen hak zetten. Zaterdagavond over drie weken is de uitvoering!’ ‘We moeten de wereld verrassen! We zullen geen repetitie meer houden maar allen moeten in het geheim de danspassen bestudeeren! Ba Kimoe zal balletGa naar voetnoot4) geven! Ik zal voor de muziek zorgen! Dezen Zaterdag de helft en de volgende week de andere helft betalen!’... En na van deze tamelijk ver uit elkaar loopende zaken kennis gegeven te hebben, eindigt hij met: ‘Ga jullie nou, en.... geheim!’ - Hij springt van zijn vat en begint de ‘zitplaatsen’ te versjouwen, terwijl de vergadering opgetogen uiteen gaat.....
De avond van het bal is daar.... 't is 7 uur! Heel in het geheim hadden de 32 samenzweerders - Ba Kobes was den nacht van de vergadering opgewacht, en in het geheim betrokken - aan broers, zusters en kennissen van de toekomstige victoria van Minerva kennis gegeven, en 't gevolg er van is... eene opeenhooping van volk van het danshuis af tot aan de overzijde van de straat! .....8 uur - 't Schot.... deuren en vensters open, ouder gewoonte. Terwijl het introductielied gespeeld wordt en het volk voor de deur juicht, zal ik van de gelegenheid gebruik maken om U op het verschil van Prospérité en Minerva te wijzen. Bij Prospérité was - ongezien haast - maar één politieman voor de deur - ‘nu’ twee. (Een diender kostte bij zulke gelegenheden, meen ik, ƒ1.50) Bij Prospérité 7 lampen, ‘nu’ 14 - zoodat de hitte haast ondragelijk is. Bij Prospérité was maar één bord met den naam van het gezelschap ‘nu’ staat ‘Minerva’ waar ‘Prospérité’ stond, en bovendien een ander bord als binnen, aan de voordeur, met - behalve de genoemde verlichting - 4 brandende kaarsen! Bij Prospérité 2 spiegels en 33 stoelen - hedenavond zien wij 4 spiegels aan de wanden en minstens een 50 tal stoelen in de ronde. De muzikanten zijn bijna dezelfde; de toen afwezige paukslager is in plaats van zijn vervanger, terwijl de toen dienstdoende als reserve achter de trom staat - waarschijnlijk om een handje te helpen, als de tegenwoordige ‘voorhamerman’ afgebeund zal zijn. Ook treffen wij bij den troep nog een individu aan, dat vroeger niet was gezien, een bruin-zwart ventje van | |
[pagina 24]
| |
hoogstens 10 jaar, dat alleraardigst eene soort blaasinstrument bespeelt, bestaande uit twee stukjes kalebasGa naar voetnoot5), waartusschen een boomblad is gelegd; en welk instrument, 't geluid heeft of geeft van een dwarsfluit. Heeft Minerva wat ‘de zaal’ en ‘de muziek’ aangaat, verre het overwicht op Prospérité - wij raken teleurgesteld, als wij de de kamer binnengaan, waar de ververschingen geborgen zijn! Was Prospérité ‘goed’ voorzien, hier kan ik U niets anders toonen dan: een halve stoop jenever voor de muzikanten, 2 flesschen léditéréGa naar voetnoot6) voor de heeren, 3 flesschen likeur voor de dames en voor 75 cents breakmouthGa naar voetnoot7) voor de dansenden. Minerva heeft het er dus op toegelegd om alleen het oog der wereld te verblinden! Dat kunnen we nog zien, doordien zij instede van één - twee pakjes kaarsen voor den vloer heeft gebruikt. De vloer is tot dusver het eenige dat aan een ‘snowbal’ doet denken. Als het tweede lied begint en de leden binnengaan, ontwaren wij dadelijk, dat wij niet te doen hebben met den goed geordenden troep, vroeger beschouwd. De heeren zwaaien met de armen, en de stemmigheid ontbreekt! Zij hebben het voorkomen niet van bescheiden dansers, die hunne kunst aan het publiek laten zien, maar blik en gebaar schijnt, als het ware, het publiek toe te roepen: ‘Aanschouw de overwinnaars!’ En toch..... ze zien er alles behalve als ‘overwinnaars’ uit, of ze moesten pas uit een hevigen strijd zijn gekomen! Aanschouw: Allen zijn ze in het wit gekleed, dat is waar! maar.... hoe! Die een hier heeft den langen witten rok aan, dien zijn oom gebruikt als hij bij hooge feestdagen ter kerke gaat, en die nog niet is gewasschen voor den volgenden dienst. Die daar - hij is schilder - heeft zijne zwarte Blucherboots wit geverfd, en het voetbekleedsel ziet er alles behalve ‘snowballig’ uit. - Die lange, dikke in de achterhoede heeft een ouden No. 13 ½ boord op een spik splinternieuw hemd No. 16, zoodat het halssieraad of de halsbekleeding - naar men het noemen wil - meer het voorkomen heeft van een halsband bij een buldog, en zoovoort! Ik weerhoud mij de dames de revue te laten passeeren, want werkelijk men zou mij van oneerbiedigheid jegens de vrouwelijke kunne gaan beschuldigen. Dit wil ik toch zeggen; niet schitterend! Een en ander trouwens is niet te verwonderen! De leden van Prospérité zijn allen mannen, die hun vol loon waard zijn, | |
[pagina 25]
| |
terwijl die van Minerva voor 't meerendeel nog leerlingen in dit of dat vak zijn, met eene verdienste van 25 of 50 of hoogstens 75 cents per dag! ‘De wals!’ .... Was het niet om de uittartende houding der dansenden, die met eene soort armbeweging gepaard gaat, er zou niets op aan te merken vallen want werkelijk - wat de passen aangaat - zeer goed. ‘De kleine rust!’ .......... In stede van ‘verversching’ eene opeenhoping van de heeren en een gesprek vol mimiek, waaruit duidelijk op te maken valt: ‘We hebben ze overtroffen!’ ‘De quadrille!’ ....... Hemel! Daar heeft men niet aangedacht: een der heeren ontbreekt! Dat had ik reeds opgemerkt, toen eene dame was blijven zitten bij de wals! Op het kommando van Ba Kimoe nemen de heeren en dames, plaatsen in, en eerst nu ontdekt men .... een dame zonder heer! Tevergeefsch tracht de voorzitter het paar tegenover de ‘heerlooze’ dame over te halen, om de quadrille niet mee te maken..... maar gelukkig! er wordt uitkomst gevonden, doordien de reserve paukslager, in zijn boezeroen, op vereerend verzoek de open plaats inneemt! Men kan van mij eischen, dat ik de afwezigheid van den eenen danser verklaar, en dus zeg ik: Ba Klaas, een arme jongen met pas 40cts per dag - waaruit hij als brave zoon de huur van het huisje door zijne moeder bewoond, moest betalen - had maar één witte broek, die zijn tijd had gehad! Bij 't aantrekken had die broek door eene groote opening in het achterdeel kennis gegeven van onwil om op een bal te wezen! - Waarschijnlijk komt Ba Klaas ‘later’ als 't hem gelukt van een vriend of maag een witte broek ter leen te krijgen! .....‘Het avansjééé!’ weerklinkt eindelijk! De acht aan het hoofdeinde der zaal marcheeren de acht aan het andere einde tegemoet! Maar door het ‘te veel’ geraspte kaars op den vloer, door de hitte glibberig geworden, glijdt de voorzitter uit.... en ligt languit op zijn rug! Binnen ...... stomme ontzetting! ‘Buiten?’ Het gejuich van het volk. - Boven die honderden stemmen, duidelijk het sarrend gelach van den barbier! De gevallen voorzitter herkent die stem! Hij springt woedend op, en al loopende naar de voordeur trekt hij zijn jas uit! Zonder eenige parlementairen een klap! De barbier, bijgestaan door twee hem verzellende vrienden, zijn nu bezig den aanvaller te ‘verslinden.’ ‘Hulpgeschrei!’ Hulptroepen uit de danszaal! Tusschenkomst van de | |
[pagina 26]
| |
kijkers! Geschreeuw! Gefluit van de politie! Brigadier met vier man! President en de barbier naar de spekkamer! Baas Koep naar huis, brommende dat hij zijn geld kwijt is, en zijn avond is verknoeid! De dames door de achterdeur steelswijze weg! Het huis door de eigenaar gesloten ................. Minerva heeft nooit weer gedanst! |
|