Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse
(1993)–Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk, Murk Salverda– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
Nelleke Noordervliet
| |
[pagina 94]
| |
van beiden op dat de historicus interpretaties ontwikkelt, terwijl de romancier ze toepast op het verleden. Een geschiedverhaal is een voorstel voor een point-of-view. Een literair werk vertelt vanuit een point-of-view. Uit dat standpunt zou licht een afhankelijkheidsrelatie kunnen worden afgeleid: de schrijver kan pas aan de slag als de historicus zijn werk heeft gedaan en hij zal niets bijdragen aan de theorie. Ook zou het impliceren dat een historicus nooit kennis toepast en daarbij literaire middelen inzet. Hoewel Ankersmit duidelijk maakt dat er vele combinaties mogelijk zijn, bestaat bij hem klaarblijkelijk de behoefte een nulpunt te construeren op de schaal tussen werkelijkheid en fictie, waarmee de bokken van de schapen te scheiden zijn. Als typisch voorbeeld van de wisselwerking tussen ontwikkeling en toepassing van historische interpretaties bij één auteur kan het latere historische werk van Hella Haasse gelden. Een bespreking ervan draagt dan ook onvermijdelijk het karakter van een speurtocht naar de sporen van die wisselwerking. |