Paradijsbloemen(1897)–A.H.M. Ruyten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] De Kerkwijding te Oegstgeest. a.d. 739. Vóór duizend jaren en nog meer Was Oegstgeest in het duin Het schoonste plekje van het land, Een parel aan het Noordzeestrand, Een bloempjen in een tuin. De grijze bisschop Willebrord Had er 't Geloof verkond. De Oegstgeesters togen aan het werk, En bouwden God den Heer een kerk, Die 't melden zou in 't rond. De grijze Bisschop had gezegd Met vromen, diepen zin: ‘Staan eens de muren en 't gewelf, Dan kom ik weêr en wijd ik zelf Het nieuwe kerkjen in.’ - [pagina 43] [p. 43] ‘Eerwaarde Vader’, waagde een grijs, ‘Gij laat ons dus alleen? Een jaar is lang en Gij zijt oud; Germanje is groot, en woest het woud, En gaat Gij daar, daarheen?’ ‘Ik zeg u’, sprak de bisschop weêr, ‘Dat ik uw kerkje wijd. Blijft gij aan God en godsdienst trouw! Heer Jesus en de Lieve Vrouw Beschermen u en mij!’ - Toen ging de heil'ge apostel heen En trok van oord tot oord, Van stam tot stam, van volk tot volk, Was overal der Waarheid tolk.... En - Oegstgeest werkte voort. Zijn oudste stammen gaf het woud, Zijn steenen 't oud kasteel; En binnen 't jaar zou 't kerkje er staan, Want oud en jong liep af en aan En eischte aan 't werk zijn deel. Doch toen het jaar ten einde was, Was 't leed in Oegstgeest groot. Verslagenheid heerschte in het rond; De treurmaar ging van mond tot mond: ‘Heer Willebrord is dood.’ [pagina 44] [p. 44] Ontmoedigd zag men 't bouwwerk aan En wischte een traan uit 't oog. De vogels zongen in het woud, Maar in de kerk bleef 't stil en koud; Geen feestzang steeg omhoog. Toen sprak de vrome kapelaan: ‘Zoo, mannen-broeders, niet! Buigt needrig in gebed het hoofd! Wat ons de Bisschop heeft beloofd In 's Heeren naam, geschiedt!’ En plotsling klonk als englenzang Uit 't ledig kerkgebouw; En, schoon geen wolkje dreef aan 't zwerk, Zeeg op en om de nieuwe kerk Een zachte regendauw. Een jubelkreet ging op uit 't volk, Dat binnendrong om strijd. Daar teekende een onzichtbre hand De letters neêr op vloer en wand, En 't kerkje was gewijd. Vorige Volgende