Nieuw Lied-boeck genaemt den Maegdekrans Gevlochten ter eere ende tot vermaeck
(1712)–Jacobus de Ruyter– AuteursrechtvrijJacobus de Ruyter, Nieuw Lied-boeck genaemt den Maegdekrans gevlochten ter eere ende tot vermaeck. J.O. Laurenz, Duinkerke 1712
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: H 1839
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Nieuw Lied-boeck genaemt den Maegdekrans gevlochten ter eere ende tot vermaeck van Jacobus de Ruyter in de eerste druk uit 1712.
redactionele ingrepen
p. 121: maer → waer: ‘Dat ick u eerst selfs quam vryen, 't is waer’.
p. 124: kranck → dranck: ‘Al die den dranck useert’.
p. 138: Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier aangegeven tussen vierkante haken.
p. 170: wooordt → woordt: ‘'T spreeck-woordt is, en 't moet soo wesen’.
p. 175: Moder → Moeder: ‘Godes Moeder, Ons behoeder’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
NIEUW
LIED-BOECK
GENAEMT
DEN
MAEGDEKRANS
Gevlochten ter eere ende tot vermaeck
der Nederlandtsche
VRYERS ende VRYSTERS,
BESTAENDE IN TWEE DEELEN,
Waer af het eerste deel zijn Geestelijcke Liedekens om
de menschen te stichten ende te verheugen, ende
hun al singende den wegh des Hemels te toonen.
Het tweede deel, in vermaeckelijcke eerbaeren
Kluchten, Herders-sangen, Bachus-rancken,
Minnelijcke Vryagien, mitsgaeders eenige
behaeglijcke Dichten.
In het licht gebrocht door J. DE RUYTER, Clerck
van de Weeserije der Stede en Casselrije van Veurne.
TOT DUYNKERCKE,
By J.O. LAURENZ, Boeck-verkooper in Ste. Ursvla