Nieuw Lied-boeck genaemt den Maegdekrans Gevlochten ter eere ende tot vermaeck(1712)–Jacobus de Ruyter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Klinck-dicht Tot lof van de dry uytnemende soet-vloeyende poëten Vondel, Cats ende Krul. Al die de Reden-Konst wilt glans en luyster geven, Of van sijn wercken eens wilt lof en eer' ontfaên Die moet als CATS en KRUL sijn sinnen scherpen gaen, Of VONDEL die te saem soo konstigh hên geschreven, En tot de Rijm Konst waeren yverigh gedreven, Terwijl Apol van hun met Pegas zijn voldaen. Hun Wercken, Lof en Roem en zullen noyt vergaen, En door hun grooten geest sy zullen eeuwig leven Want niemandt soo vernuft gevonden is geweest. Dit licht siet aen den stijl al wie hun Dichten leest; Dees dry Poëten moet ick lof en eere geven, De Susters en Apol die bieden hun de handt, Dus Minnaers van de Konst prijst oock hun groot verstandt, Die door de Dichters-Konst zijn t' saemen hoogh verheven. Vorige Volgende