Werken. Deel 3. Vanden XII dogheden. Een spieghel der ewigher salicheit. Vanden kerstenen ghelove
(1860)–Jan van Ruusbroec– Auteursrechtvrij
Regelnummers proza verbergen
| |
Van rechten bescouwene, met verclaringhe vanden levenden levene. C. XXI.20Nu verheft alle uwe ghemocde, en̄ uwe blote ghesichte, 21boven alle hemele en̄ boven alle dat gescapen is; want ic wil 22u tonenGa naar voetnoot(9) dat levende leven dat in ons verborghen is, daer | |
[pagina 225]
| |
1onse overste salicheit in gheleghen is, en̄ daer ic voren af 2ghesproken hebbe, mer niet ghenoech verclaert. En̄ al en bin 3ic in die materie niet ordelic voertghegaen, ic hebt voirsienGa naar voetnoot(1) 4en̄ met voirrade ghedaen, en̄ dat my doen ontbleef, 5dat willic nu voldoen. 6Nu siet en̄ verstaet, ghi alle die in godliken lichte verhaven 7sijt: ic en spreke tote nyemene anders, want sine mochtens 8niet verstaen. Dat levende leven dat God in ons ghesticht 9heeft, dat besteet in vier punten. Dat ierste punt is des levens 10nature; dat ander punt is sine oefeninghe; dat derde punt, 11sijn wesen; dat vierde punt, sijn overwesen. |
|