Hoofdstuk XLVI
Hoe Christus een algemeene minnaar was en is en blijft zonder einde
OPDAT wij deze algemeene wijze bezitten en begeeren boven alle wijzen, waar van wij gesproken hebben, want zij is de hoogste, zoo willen wij Christus nemen tot een exempel, die was voor het algemeen en is en blijft in der eeuwigheid; want Hij was gezonden naar het aardrijk in het algemeen tot voordeel voor alle menschen, die zich tot Hem willen keeren.
Nochthans zegt Hij zelf, dat Hij niet is gezonden dan voor de schapen van het huis Israël, die verloren zijn. Dat zijn niet alleen de Joden, maar al degenen, die God eeuwiglijk zullen aanschouwen; deze behooren tot het huis Israël en anders niemand, want de Joden versmaadden het Evangelie en de Heidenen kwamen binnen en ontvingen het: en aldus is geheel Israël behouden: dat zijn allen de eeuwige uitverkorenen.
Nu ziet, hoe Christus zich zelven gaf voor het algemeen in oprechte trouwe. Zijn innig hoog gebed was uitvloeiende tot Zijn Vader en in het algemeen voor alle degenen, die behouden willen zijn. Christus was algemeen in zijn minnen, in de leering, in het berispen, in troosten met zachtmoedigheid, in het geven met mildheid, in het vergeven met ontferming. Zijn ziel en zijn lichaam, zijn leven en zijn dood was en is voor het algemeen. Zijn sacramenten en zijne gaven zijn voor het algemeen. Christus ontving nooit spijs of drank, noch iets voor de behoeften des lichaams, of Hij dacht steeds daar bij aan het algemeene welzijn van alle