twee bestaat deze wijze met eeuwige zekerheid.
In dezen tijd van het jaar loopt de zon des hemels in het teeken der Libra of Weegschaal, want dag en nacht staan dan in gelijkheid, en de zon maakt gelijke deelen van licht en donkerheid. Zoo ook staat Christus voor den gelaten mensch in de Weegschaal. Of Hij zoet geeft of zuur, donkerheid of klaarheid, wat Hij ook oplegt, de mensch herstelt het evenwicht. Alle dingen zijn hem gelijk, de zonde uitgezonderd, die is geheel verdreven. Wanneer deze gelaten menschen van allen troost zijn beroofd, en naar hunne meening alle deugden kwijt zijn geraakt, en van God en alle schepselen verlaten: wanneer zij dan kunnen oogsten, dan zijn allerlei vruchten, koren en wijn volkomen rijp en tijdig. Dat wil zeggen al hetgeen het lichaam kan verdragen, op welke wijs het ook zij, moet men aan God gaarne offeren, vrijwillig zonder te weerspreken aan dien hoogsten wil. Alle uiterlijke of innerlijke deugden, die men in het vuur der liefde met lust uitoefende, die moet men nu, nadat men ze kent en volbrengen kan, beoefenen met vlijt en met een goed hart, en offeren aan God; nooit hadden zij voor God zooveel waarde. Zij waren ook nooit zoo edel noch zoo schoon. Allen troost, dien God ooit gaf, dien zal men gaarne ontberen, en er van beroofd zijn tot eer van God. Dat is het verzamelen van het koren en van allerlei tijdige vruchten, waar van men eeuwig zal leven en rijk zijn met God. Aldus worden de deugden volbracht, en het troostelooze wordt tot eeuwigen wijn.
Door deze menschen, door hun leven en door hun geduld worden verbeterd en onderwezen allen, die hen kennen en bij hen zijn. En zoo wordt het koren hunner deugden gezaaid en vermenigvuldigd tot nut van alle goede menschen. Dit is de vierde manier, die den mensch naar zijn lichamelijke krachten en naar het benedenste deel van zich zelf versiert en volmaakt in