oogenblik, en onmiddellijk is de klaarheid geweken en de mensch keert tot zich zelven terug. Dit werkt God zelf en het is zeer edel, want dit worden dikwijls verlichte menschen.
Een andere manier hebben somwijlen de menschen, die in een gloed van liefde leven, want in hen schijnt somwijlen een zeker licht en dit werkt God met middelen. In dit licht verheft zich het hart en de begeerende kracht naar het licht toe, en in de ontmoeting van dat licht is het verlangen en het genoegen zoo groot, dat het hart het niet kan verdragen, maar in vreugde uitbarst met de stem. En dit heet jubileeren of jubel, dat is een vreugde, die men met woorden niet aantoonen kan. En daarvan kan men zich niet onthouden; zoo men met gerecht en open hart het licht wil ontmoeten, dan moet de stem volgen zoo lang, als de oefening en die wijze duurt. Menige innerlijke menschen worden geleerd door hunnen engel of door andere engelen in den droom somwijlen over menige dingen, die hun van nood zijn. Men vindt ook enkele menschen, die veel invallen hebben of inspraak of gedachten en nochthans blijven in de uiterlijke zinnen en zij droomen wonderlijk, maar deze weten niet van den gloed der minne, want zij zijn verstrooid in menige dingen en niet gewond door de minne. Dit kan natuurlijk zijn en komen van den vijand of van den goeden engel, en daarom mag men er zich aan houden en er niet meer geloof aan hechten, dan de heilige schrift en de waarheid het toelaten. Hecht men er meer aan, dan wordt men licht bedrogen.