Hoofdstuk I
Hoe men bovennatuurlijk ziende wordt door inwendige oefeningen
LATEN wij spreken van het eerste woord. Christus zegt: Ziet.
Er moeten drie dingen zijn bij hem, die bovennatuurlijk wil zien door inwendige oefeningen. Het eerste is het licht der genade Gods op hoogere wijze dan men het voelen kan in het uiterlijke, werkende leven, zonder inwendigen ijver. Het tweede punt is eene ontblooting van vreemde beelden en ledigheid des harten, zoodat de mensch vrij zij van beelden, en niet gehecht zij, en vrij van alle creaturen. Het derde punt is een vrije toegekeerdheid van den wil met verzameling van alle krachten, lichamelijke en geestelijke, onbekommerd om alle ongeregelde liefde, eene invloeiing in de eenheid Gods en een eenheid van gedachte, opdat het redelijke schepsel de hooge eenheid Gods kunne verkrijgen en bovennatuurlijk bezitten. Daarom heeft God hemel en aarde geschapen, en alle dingen; en daarom is Hij mensch geworden, heeft ons geleerd en heeft voor ons geleefd en is zelf de weg geweest naar die eenheid. En Hij is gestorven in banden van liefde en is opgevaren, en heeft voor ons ontsloten diezelfde eenheid, waarin wij mogen bezitten de eeuwige zaligheid.