zij waren bedorven door den val der erfzonde en zij konden het niet herstellen.
Maar de reden waarom Christus naar zijn godheid en ook naar zijn menschheid al zijn werken heeft volbracht op het aardrijk, die reden is viervoudig: Dat is zijne goddelijke minne, die onmetelijk is; en de geschapen minne, die liefde heet, welke Hij had in zijne ziel door de vereeniging van het eeuwige Woord en de volkomene gave zijns Vaders. En de groote nood der menschelijke natuur, en de eer zijns Vaders. Dit zijn de redenen van de komst van Christus, onzen Bruidegom, en van alle zijne werken uitwendig en inwendig.
Nu moeten wij acht geven op Christus, onzen Bruidegom, en zijn voorbeeld volgen in deugden naar gelang van onze kracht, en letten op de wijze, die Hij gebruikte van binnen, en de werken, die Hij wrocht van buiten, dat zijn de deugden en de werken der deugden.
De wijze, die Hij gebruikte naar zijne godheid, die wijze is voor ons ontoegankelijk en onbegrijpelijk, want dat is zijn geboren-worden van den Vader zonder ophouden. En de Vader in Hem en door Hem erkent en schept en regelt en regeert alle dingen in den hemel en op de aarde; want Hij is de wijsheid des Vaders en zij ademen eenen geest, dat is ééne minne, die een band is van hen beiden en van alle heiligen en van alle goede menschen in het hemelrijk en op het aardrijk. Van deze wijze willen wij niet spreken, maar van die wijze, die hij volgde door de goddelijke gaven en naar zijne geschapen menschheid. Deze wijzen zijn bizonder vele in aantal, want zoo menige inwendige deugd, zoo menige inwendige wijze had Christus; want iedere deugd heeft hare bizondere wijze. Die deugden, en die wijzen in Christus' ziel waren boven het verstand en boven het begrip van alle creaturen, maar wij nemen er drie, dat is: de