| |
| |
| |
Wat Timmermans schreef.
(In de bibliografie die hier volgt werd naar volledigheid gestreefd. De schrijver
houdt zich aanbevolen voor aanvullende gegevens. De jaartallen duiden aan,
wanneer 't werk verscheen, afgezien van de vraag of 't vroeger ontstond. Wat
later gebundeld werd, wordt hier niet afzonderlik vermeld; in de voorgaande
bladzijden is opheldering te vinden).
De Taal is gansch het volk, De Nethegalm, 1904, VII, 21. |
Over Vaderlandsliefde, Lier Vooruit, 1905 |
Door de Dagen 1907 (pseudon. Polleken van Mher), gedichtjes verspreid in
Lier Vooruit, 1905/07, Oud in Vlaamsche Arbeid, 1905, blz. 44 (in Het
Vlaamsche Land 1921, III, 25 overgenomen), Zwaar en Kuddenwacht, Dietsche
Warande en Belfort, 1906, blz. 573, 574. |
Gedachten en Spreekwoorden, Gazet van Lier, 1906. |
De Zwemmerkens, De Goeden Dag, 1906, blz. 43. |
Gelot (pseudon. Stelijn Koldijs), De Vrije Tribune, 1906, blz. 476. |
De Keersen, Vlaamsche Arbeid, 1906, blz. 117. |
De Doode, Vlaamsche Arbeid, 1906, blz. 143. |
De Non, De Vlaamsche Kunstbode, 1906 (Febr.). |
Verzen, Vlaamsche Arbeid, 1906/07, blz. 46. |
Het Nalicht, Vlaamsche Arbeid, 1906/07, blz. 144. |
Marie Metz-Koning, Onze Tijd (Brussel) 1907. |
Bezoek van Minister Woeste aan Lier, idem. |
Over Tooneel, Onze Tijd, 1908. |
De Reiger, Vlaamsche Arbeid, 1907/08, blz. 95. |
Wijsheid, Vlaanderen, 1907, blz. 143. |
Wintersprookje, Vlaanderen, 1907, blz. 497 (overgenomen in Lyrana, 1909,
blz. 70). |
Driekoningenliedeken, Vlaanderen, 1907, blz. 498 (overgenomen in Lyrana
1909, blz. 26). |
O Jezus, Vlaamsche Arbeid, 1907/08 (overgenomen in Het Vlaamsche Land,
1921, III, 21). |
Smartelied, Vlaamsche Arbeid, 1907/08 (overgenomen in Lyrana, 1910, blz.
251). |
Armoede, Vlaamsche Arbeid, 1908/09, blz. 232 (overgenomen in Lyrana, 1910,
blz. 224). |
Menschelijkheid, Dietsche Warande en Belfort, 1908, blz. 417. |
Voor Guido Gezelle, Dietsche Warande en Belfort, 1908, blz. 418. |
De Kenis-gilde, Aan Beide Nethen, 1909 (Oct.). |
Doodsbede, Vlaamsche Arbeid, 1909/10, blz. 15. |
Vers, Vlaamsche Arbeid, 1909/10, blz. 105. |
Avond, Vlaamsche Arbeid, 1909/10. |
Sneeuwliedeken, Ons Leven, 1909/10, no. 10. |
| |
| |
Kloostertuin, Nieuw Leven, 1909, blz. 254. |
De Boomen, De Boomgaard, 1909/10, blz. 305. |
De Arme Visscherschuit, Vlaamsche Arbeid, 1909/10, blz. 304. |
Hoogmoed, De Vlaamsche Gids, 1910, blz. 335. |
Zonnedood, Van Onzen Tijd, 1910/11, blz. 218. |
Omgehakte Boomen, Van Onzen Tijd, 1910/11, blz. 218. |
Lente, Van Onzen Tijd, 1910/11, blz. 213 en in De Vlaamsche Gids, 1910,
blz. 336. |
Begijnhofsproken, 1906-1911 (1914) met Antoon Thiry. |
Victor Remouchamps, Nieuw Leven, 1910. |
De Schemeringen van den Dood, 1909-1910. |
Holdijn, Nieuwe Gids, 1911. |
Ontgoochelingen, Van Onzen Tijd, 1911/12, blz. 392. |
Kunst van Heden (Moderne Belgen), Van Onzen Tijd, 1912, blz. 517. |
Internationale tentoonstelling van Hedendaagsche Religieuze Kunst te
Brussel, Van Onzen Tijd, 1912, blz. 657. |
De Vlietjesdemping te Lier, Van Onzen Tijd, 1912, blz. 561. |
Alfred Delaunois, Van Onzen Tijd, 1913/14, blz. 357-363. |
De Nethe, Van Onzen Tijd, 1915, blz. 371 e. vlg. |
Pallieter, 1912-1916. |
Vlaamschen Droom, De Vlaamsche Post, 1916. |
Kerstmisstemming, De Vlaamsche Post, 1916. |
Wetenschappelijk Vlaamsch, De Vlaamsche Post, 1917. |
Het Kindeke Jezus in Vlaanderen, 1916-1917. |
Symforosa, 1917-1918. |
Boudewijn, 1917-1919. |
Pallieter in Holland, Het Vaderland, 10 Nov. 1918 tot 27 April 1919 (niet
onafgebroken). |
Salomé, Het Vaderland, 21 Dec. 1919. |
Tooneel in een kleine stad, Het Vaderland, 25 Jan. 1920. |
Sint Gommarus en zijne vrouw, Van Onzen Tijd, 1919, blz. 37, 61, 85, 238,
305. |
Een Vlaamsche Kluite, Wereldkroniek, 1919, blz. 104. |
De Schoonste bergen van Holland, De Toerist, 1919. |
Een goede vriend, De Hofstad, 1920, 22 Mei. |
Vlaamsche schilderkunst, id. |
Anna-Marie, 1919-1921. |
Karel en Elegast, 1921. |
Bij de Breughelplaten, Ons Volk Ontwaakt, 1921, 22 Dec. en in de Kroniek,
1922-11-13. |
Mijn vriend Flor Van Reeth, Ons Volk Ontwaakt, 1921, 22 Dec. |
De vier Heemskinderen, 1922. |
Uit mijn Rommelkas, 1922. |
Mijn eerste boek, Bibliotheek Gids, 1922, blz. 173-176. |
Mijnheer Pirroen, 1922 (met Eduard Veterman). |
Persoonlijke Herinneringen aan Hugo Verriest, A'dammer Weekblad, 1922, 18
Nov. |
De Herder, A'dammer Weekblad, 1922 (Kerstnummer). |
Driekoningentryptiek, 1923. |
Paaschtijd, Ons Eigen Tijdschrift, 1923, Maart. |
De Molen van Franzoo in Pallieterland, Ons Eigen Tijdschrift, 1923, blz.
97-100. |
Het Goddelijk treurspel van Simon Menni, Kroniek, 1923, blz. 77 en Nieuw
Leven, 1923, April. |
De Friesche Klok, A'dammer Weekblad, 1923, 22 Sept. |
| |
| |
Herderslied, A'dammer Weekblad, 1923 (Kerstnummer). |
Het Keerseken in de Lanteern, 1920-1924. |
En Waar de Ster bleef stille staan, 1919-1924 (met Eduard Veterman). |
De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt, 1922-1924. |
Het Kleuterboek, 1924. |
De moedwillige Varkenskop, Eigen Haard, 1924, 5 Jan. |
Kermis, Voor Iedereen, 1924, 31 Jan. |
Peter Breughel: De Moeder uit 't Belofteland, De Nieuwe Gids, 1924,
Maart. De Dikken, De Nieuwe Gids, 1924, Juli. |
Feestgroet aan Peter Breughel, 1924. |
De processies in Vlaanderen, Ons Eigen Tijdschrift, 1924, Juni. |
‘Een Woord vooraf’ bij de gedichten van Ernest De
Weert, ‘Uit de Eenzaamheid’, 1924. |
Isidoor Opsomer, Morks Magazijn, 1924. |
Pater Gregorius de Wit, Opgang, 1924, blz. 169. |
Eugeen Joors, Averbode's Weekblad, 1924, 21 Dec. |
Schoon Lier, 1925-1926. |
Inleidend Woord voor Pan II, van Karel De Winter, 1925. |
Peter Breughel te Lier, Ons Volk Ontwaakt, 1925, blz. 69. |
Flor Van Reeth, Averbode's Weekblad, 1925, Juli. |
Naar Waar de Appelsienen groeien, 1925. |
Over Tooverboeken, Boek en Kunst, 1925, blz. 105-108. |
De Oranjebloesem, Vierde Winterboek van de Wereldbibliotheek (1925). |
Het Konijntje, A'dammer Weekblad, 1925, 26 Dec. |
Mejuffrouw Belpaire, Dietsche Warande en Belfort, 1926, Jan. |
Loontientje, 1926 (met Eduard Veterman). |
Reimond Kimpe, Opgang, 1926, 29 Mei. |
Kerstmis, Ons Leven, 23 Dec. 1926. |
Meine treuen Helfer (vert. door P. Mertens), Das Inselschiff, 1927, III. |
De Uil, De Telegraaf 1927. |
Het Hovenierken Gods, 1927. |
|
|