Felix Timmermans
(1928)–Theo Rutten– Auteursrecht onbekendTheo Rutten, Felix Timmermans. J.B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij, Groningen / Den Haag 1928
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Felix Timmermans van Theo Rutten uit 1928.
redactionele ingrepen
p. I: Het onderschrift bij de foto op deze pagina is van ‘Foto van het huis Gyselijnck te Kortrijk’ gewijzigd in ‘Foto van Felix Timmermans.’
p. 204-222: De noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De kop ‘Nota's’ en de pagina's 204-222 zijn hierdoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV en 226) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina III]
TH. RUTTEN
FELIX TIMMERMANS
[vignet]
BIJ J.B. WOLTERS' UITGEVERS-MPIJ.
GRONINGEN - 1928 - DEN HAAG
[pagina VIII]
Inhoud.
Blz. | ||
I. | De Vlaamse Letterkunde en Felix Timmermans | 1 |
1. Herleving en opbloei der Vlaamse Letterkunde bij de overgang der eeuw | 1 | |
2. Litteraire bedrijvigheid in Vlaanderen toen Felix Timmermans opgroeide | 10 | |
3. Vlaams volk en Vlaamse schrijvers | 17 | |
4. Verandering van geestesgesteldheid en het optreden der Vlaamse letterkundigen na de oorlog | 22 | |
II. | Zijn Medewerkers. - Lier en 't populaire element bij Timmermans | 30 |
III. | Zijn Meesters | 38 |
1. De algemene geest van Timmermans' werk in 't licht zijner eerste opvoeding | 38 | |
2. Aan 't scheppende talent gaat 't herscheppende vooraf | 44 | |
IV. | Artiestenjaren. - Overspannen Verbeeldingen. - Beloftevolle Inleidingen | 50 |
V. | Timmermans zelfstandig. - De Dagenmelker Pallieter | 75 |
VI. | Het kindeke Jezus in Vlaanderen. - De Zeer Schoone Uren van Juffrouw Symforosa, Begijntjen | 96 |
VII. | Boudewijn. - Anna-Marie en Mijnheer Pirroen | 117 |
VIII. | Omdat hij nu eenmaal schrijver was | 131 |
IX. | Timmermans die naar Breughel en als Breughel keek | 148 |
X. | De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt | 159 |
XI. | Opmerkingen over visie, stijl, taal en spelling | 171 |
XII. | Een hoofdstuk uit Timmermans' litteraire roem | 183 |
Nota's en bibliografie | 204 |