meylen, De Ridder,
De Bock en anderen gaven. Hier werd er 'n dankbaar gebruik van gemaakt en tevens
getracht mee te werken, al zij 't in zeer bescheiden mate, voor de opbouw van 'n
geschiedenis van de Vlaamse letterkunde, die met 'n handboek over 't religieuse,
maatschappelike en economiese leven, en 'n betrouwbare eerlike geschiedenis van
Vlaanderen, veel deugd zou doen.
Hoofdzakelik beperkten wij ons tot de Vlaamse letterkunde, omdat 't leven, 't
karakter en de aard van de mensen in Zuid-Nederland toch wel 'n eigen stempel
hebben gedrukt op de litteratuur die uitstraling en afspiegeling is, en vooral
omdat 't hier geldt kunst die, niet naar nieuwe wegen zoekend, rechtstreeks
gegrepen is uit 't volkshart.
't Kader, waarin 't werk van de schrijver verscheen, zijn verhouding tot de
Vlaamse letterkunde met 't Vlaamse leven, gaven we vooraf, omdat de vrijwel
zelfstandige figuur Timmermans, weinig aanknopingspunten geeft met zijn tijd,
omdat zijn kunst niet is de spiegel der voorbijgaande actualiteit.
‘Wanneer men een talentvol en reeds beroemd kunstenaar te veel
ophemelt, dan doet men dit vaak op gevaar heel zijne loopbaan te
breken,’ schreef Timmermans (Van Onzen Tijd, 12e jrg. no. 32). Wij
hebben getracht ons aan zijn woord te houden. Toch zal menigeen onze waardering
misprijzen en in Vlaanderen wellicht meerderen. Hen vragen we, alvorens de
lezing van dit boek te beginnen: Hebt ge U zelf, om zuiver te oordelen, tot
geschiktheid gebracht door Uw voorliefde te corrigeren - Uw teveel in
ontvankelikheid en waardering voor bepaalde factoren, onderwerpen en gebieden
van 't leven, - en door U Open te stellen voor wat U oorspronkelik niet na ligt?
.... Doet men dat, dan zal men in Vlaanderen, dat in hevige drang naar eigen
kulturele ontwikkeling, naar zuiverheid en eenheid van taal, streeft naar de
toekomst, waarin de jongeren reeds ademen, algemeen nog waarderen kunnen 'n
Timmermans, die op 't laatste ogenblik, voordat de nieuwe tijd er zijn zal,
joviaal, in vererende liefde voor zijn schone land en zijn mensen, en met
gretigheid in volkse en boertige trekjes, enigsins idealiserend de kinderlike
goede oude tijd beschouwt, en rustig, kleurig en vertelselachtig de ruwe
volksziel geeft der brede lagen onder de ‘beschaafden’,
typies streek-bepaald met 't dialektiese volkswoord.
Vereenvoudigde spelling schreven we. 't Ongewone woordbeeld kan tot 't gewone
worden. Bij deze gewijzigde aanduiding voor de levende taal, bleek ons om
tactiese redenen gematigdheid geraden.