Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] [Ach, 't is verdriet te weten dat geen woord] Ach, 't is verdriet te weten dat geen woord Uw schoonheid ooit voor andren zal hergeven, Blonde landouw, wier beeld mij is gebleven Zooals gij sinds mijn jeugd mij hebt bekoord. Hoe zal ook kunst, zoo vaardig en bedreven, Uw welig aanzijn kleuren, sagenoord, Met de einder die in 't rond u blauw omboordt Tot schoon vizioen van blond en bloeiend leven? En toch: dit is mijn vreugd, mijn hooge trots, Deze allerheerlijkste belijdenis, Te weten, dat mijn land zóó heerlijk is, Zóó wonderlijk te schouwen schepping Gods, Dat schooner dan 't ook heete in 't schoonst gedicht, Zijn schoonheid voor mijn oogen openligt. Vorige Volgende