Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [Het Najaar teer getint, heeft teederheen] Het Najaar teer getint, heeft teederheen Van schoon doordroomd pastel en rijpen geur, Vergoedend in een tooverfeest van kleur Wat voor zijn aêm aan warmer gloed verdween. De luchten liggen stil. Doch wat gebeur, En zij dit zwijgen voorspel van geween, - Er is om alles nu een wonder heen, Waarin 'k mijn hart tot hooger wijding beur. Doch met den geur die dampt van ieder ding, - Wierookend woud en ooft, lupine en hei, - Voltrekt hij 't spel van zijn betoovering. Wij sluiten de oogen, vreemd gestemd maar blij. Zoo maakt de Herfst een pracht van elk bederven, En waar wij droomen, drinken wij het sterven. Vorige Volgende