Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] [De merel - stil! - dien 'k nooit genoeg aanhoor] De merel - stil! - dien 'k nooit genoeg aanhoor En aldoor met verliefder lust beluister, Wanneer in looverkoel en zonnig duister Hij speelt de fluit van onverlet ivoor... Wat macht van lenteblij geheimnis huist er In 't merellied, dat zóó mijn ziel bekoor, Dat 'k alles vredig kan vergeten voor Die stem vol diepen klank en gouden luister? De weemoed van 't verleden drenkt zijn toon, Die klinkt van uit vergeten vreugden over, En maakt de stond met droomen rijk en schoon. En goudner glanst het overstraalde loover Der weidsch tot kerk gewijde boomenkroon, In 't licht verheerlijkt van dien klankentoover. Vorige Volgende