Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] [Dit is het mooist dat mij beschoren werd] Dit is het mooist dat mij beschoren werd, Na jaren dwalens door der wereld prachten, Hoe rijk met goud ook was mijn droom besterd, Hoe licht de blonde lucht van mijn gedachten, Dat ik bleef haken naar verloren vert' En rust noch duur vond, waar mij 't vreemde wachtte, Tot mijn verdwenen heil weerom mij lachte In 't eigen land waar ik geboren werd. Veel schooner zag 'k na zooveel zwerversdagen, Toen gij mij troostend tot uw tenten riept, Na smart van heimwee, maanden stil gedragen, Door pijnlijk-lang verlangen eerst verdiept, Uw schoonheid voor mijn drijvende oogen dagen, Zoo schoon als ge aldoor in mijn droomen sliept. Vorige Volgende