Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] [Wij gaan en zullen niet voor avond keeren] Wij gaan en zullen niet voor avond keeren. Als schemer over veld en weiden daalt; Wij zullen van 't verleden niets ontberen En niet verlangen wat ons heden faalt. Wij zien de zon, die van de bergen straalt, Van de ochtend af haar glans en gloed vermeeren; En 't lied van bosch tot bosch zoo blij herhaald, Weet den vervulden droom van ons begeeren. Zie, van de klaarte van ons blij gelaat Straalt àl wat lacht en bloeit in bosch en beemd. Wij gaan, en keeren niet voor avond laat. De wereld die wij vlieden, werd ons vreemd. Wij zoeken niets dan liefdes dageraad Tot ons de schemer in zijn vrede neemt. Vorige Volgende