Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] [Laat me in den spiegel uwer oogen staren] Laat me in den spiegel uwer oogen staren Stil van ontroering en verblijdenis, Nu over nacht van angst en droefenis Uw weergeboren lach en luister klaren. Is dus de daagraad van mijn droom gewis En wat ik duchtte, in nevel heengevaren? De lucht hangt vol muziek van zoete snaren En ik weet vast dat dit de morgen is. Laat me aan uw schouder nieuwe tranen schreien, Niet weer van deernis maar van diep geluk; Laat om uw hals me bei mijn armen breien, En wijl ik in'ger aan mijn hart u druk, Hoor... 'n leeuwrik, juichend als nooit één te voor, Volgt recht naar 't hart der zon zijn zingend spoor. Vorige Volgende