Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Limburg [pagina 51] [p. 51] [Ik wil dat dit lied zeilt onder de vlag] Ik wil dat dit lied zeilt onder de vlag Van uw mij broederlijk geliefden naam Bracht ons de vloed des levens niet te saam, Dat trouw ons eenige tot den laatsten dag? Gij zijt de witte wimpel aan mijn vlag Wiens onbesmette schoon ik niet beschaam. Dat ik gerust mijn trotsche vaart beraam' Gaaft zeilen gij mijn mast en hechtte 't rag. Als ik ter haven keeren zal in 't eind En lading lossen van veredeld goud - Vervulden schat wat twijfelend werd beloofd, - Zoek ik uw aanschijn, mij zoo dier-bekend: En om de pracht die mijn gebaar ontvouwt, Wordt gij, de Reeder van mijn lied, geloofd. Vorige Volgende