Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] [Gij zult de beetre lente zijn der ziel] Gij zult de beetre lente zijn der ziel, Want uit Uw liefde wil 'k mijn leven drinken. Nu alles wat ik minde, mij ontviel, Wil ik voor eeuwig in Uw min verzinken. 't Voldoe me niet, dat 'k aan Uw voeten kniel' En late Uw laaien in mijn oogen blinken: Gij zult mijn leden op het vlammend wiel Der wreede smarten mèt Uw leden klinken. 'k Wil met U branden in den rooden brand, Die uit Uw Passie bloeit in felle pracht En praalt in luister over 't eenzaam land. 'k Wil sterven aan mij zelf en uit den nacht Van mijn verblinding rijzen naar den kant, Waar slechts de lente van Uw liefde lacht. Vorige Volgende