Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] [Is goede wil dan niet voldoende, Heer?] Is goede wil dan niet voldoende, Heer? Ik ben zoo zwak; ik ben zoo onbeproefd; Ofschoon mijn euvel 't meest mijzelf bedroeft, En 'k al maar voort wil, - aldoor val ik weer. Ik wilde sterk zijn. Ach, mijn liefst begeer Was, U getrouw, te toeven waar Gij toeft, En waar Gij in Uw hart mijn hart begroeft, Te sterven aan den wellust van weleer. Maar ik ben krank in mijn bedorven vleesch, Verblind in mijn verstand en zoo verdwaasd In mijn verzwegen trots, dat 'k al maar vrees, Dat Gij - al neeg ik sóms ten goede - naast De schaarsche witheid van mijn boek misschien Alleen de zóóveel zwarte blaên zult zien. Vorige Volgende