Sonnetten(1921)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] [Als gij u arm waant in dit rijk bestaan] Als gij u arm waant in dit rijk bestaan Om gaven u te karig toegemeten, En op uw handen afweegt, onvoldaan, Wat wél gewerd, - wat nimmer werd geweten. Neen, leg den vinger op en zie mij aan: Heeft dan de zon uw stillen tuin vergeten? Zijn Lente en Leven u voorbijgegaan, Toen gij hen bedelde om een enkle bete? Zoo beur uw hoofd en zie de lucht die bloeit: Mijn liefde heft u in een nis van rozen, Wier wonder zonnig in de zon ontgloeit. U heeft mijn hart ter liefde zich gekozen. Wien geeft dit leven zomer-rijker schat, Heeft één, als ik zoo diep, u lief gehad? Vorige Volgende