Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 268] [p. 268] VIII. Mij is een schoone droom van u gekomen: Ik zag u stijgen aan der sterren trans Gedost in luister, om uw hoofd een krans Van blanke myrten - 'k drink de zoete aromen. Licht zeeg in zilverstraalgen cirkelglans Om 't blonde hoofd langs blanke kleederzoomen Toen zag 'k uw oogen naar mij schijnen, gansch In vreugd verdwaald... Doch droomen zijn maar droomen. Neen - waar was wat ik schouwde. Zijt zoo niet In 's Heeren huis gij, koninklijke Bruid, Die mocht den Heer behagen, dat Hij kwam En in Zijn hoogen glans u tot zich nam, - Waar gij nu dooft der Englen glorie uit En zingt Hem heerlijk een nieuw hoogelied? Vorige Volgende