Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] IX. O 't blijde welkom dat me uw oogen lachten Als 'k wederkeerde in de oude, trouwe woon Waar vroolijk saam wij 't jonge leven schoon Met zang smukten, muziek en kunstgedachten. Kom 'k nu weerom, wie weet of niet gevloôn Reeds uw erinnring is met rouw en klachten; Uw graf omhullen blijder lente prachten. Werd reeds uw naam geen uitgestorven toon? Ik zal in gang alom en hof en zaal Een weemoed om uw heenzijn hooren schreien En donkre klacht in heimnisvolle taal. Mei zal vergeefs uw zachten lach verbeien En 't teergetinte lied van nachtegaal Droef medeweenen met mijn mijmerijen.... Vorige Volgende