Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] X. De moede wolkenlegers liggen dicht - Veel donkre, moede en moedelooze drommen - Ten slaap neer in de diepgedolven kommen Der vale luchtvallei in 't avondlicht, Waar éen na éen de vuren rood verglommen In tal van tenten, troostloos opgericht; En heel de hemelbreedte stilaan zwicht ln duister, dat rondom is opgeklommen. Een donkre schrik vervult den angst'gen nacht Op 't ijzend aardgelaat ligt de avonddoom Koudklam als zweet. Onhoorbaar fluistren zacht De daggeruchten in verwarden droom, Wijl ver alleen een hond jankt - doodenklacht - En moede een looden klok luidt, log en loom... Vorige Volgende