Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 214] [p. 214] VIII. O kapt nu, hakt en houwt de boomen om Die van geen lent meer droomen en gedwee Zich slachten laten, en uw haarden 't wee Nu geven van 't gewei, voor eeuwig stom, Verdord, en dood... De lente is dood - de zee Ziet haar niet keeren... Lief komt nooit weerom! Dood, dood is Mei! de loome herfstdoom klom Over 't verlaten veld en stormend glee De lucht vol wolken en de regen zeeg In killen weemoed neer waar 't donker viel Van rouwnacht over 't al, verweesd en leeg.... Leven en lust is dood, nu de englenziel Mij is ontvoerd: nu 't liefste bloeien neeg Zijn blonde hoofd - en sluimert waar ik kniel. Vorige Volgende