Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 211] [p. 211] V. Zij allen zagen 't, zeiden 't zacht elkaar, Hoe ze al maar zwakker werd en hangen liet Haar bleek blond kopje - een bloeme, regenzwaar Die breken gaat;... maar ik, ik zag het niet. Ik hoorde 't zeggen - 'k hoorde niet; zóó klaar Was mij, wat 'k wist! Die allen droomden! 'k Liet Ze praten, bang dat 'k mijn geheim verried... Doch wat die zeiden bleek maar al te waar. Toen heb 'k geschreid met de andren die toen schreiden En schreiend heb 'k met hen aan 't graf gestaan, Met hen in 't stille, leege huis getreurd... 'k Weet al maar niet, wat mij daar is gebeurd! - Nu, nu droom ik. 't Is al niet waar - een waan. Ik moest niet schreien: 'k zal u stil verbeiden... Vorige Volgende