Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] III. De doodsklok schudt met troostloos rouwgeklag Haar loome hoofd - als stormbewogen fruit Dat vallen gaat - en slaat in slag bij slag Zwaardaavrend over de aard haar weedom uit. De klok weent met mijn weenend hart en luidt Met uw licht-leven uit: mijn blijen dag, Dien 'k in uw stralende oogen dagen zag En vallen nu ge uw oog voor immer sluit. De doodsklok klaagt en kreunt om u met mij; Haar zwaar metalen slag bonst op mijn hart, Dat scheurt van pijn en splijt en springt aan stuk. Terwijl bij dit lied van ondraagbre smart Feestjuublend heel de hemel daalt ten rei, Juichend om zijn nieuw, mij ontscheurd, geluk. Vorige Volgende