Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 169] [p. 169] [pagina 171] [p. 171] Uit het boek der bruid. [pagina 173] [p. 173] I. De zwanen zwierven zwijgend zacht - De witte zwanen - Langs 't blinkende blauw der waterbanen In witte pracht. Wij stonden er stil in zoet genucht: Daar schuiven en schuimen De waatren uiteen bij 't gewaai van de pluimen Der zwanenvlucht. Daar ruischen zij aan op den oeverzoom, De witte zwanen, Door 't spattend zilver der fonklende banen - Gelijk een droom. - Lief, zoo op eenmaal aleer ik het dacht Zijt gij gekomen En hebt mijn sluimrende zielestroomen Bepluimd met uw pracht. En met u kwam plots door mijn droom het gerucht Dezer liedren krieken Met wuivende veeren en waaiende wieken Als 'n zwanenvlucht. Vorige Volgende