Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] XIV. Vrede van vroomheid luwt van geuren lauw En nauw gedroomde teerheid, waar de pracht Der avondboomen bouwt van dof smaragd Een looverkoepel hoog in 't stervend blauw, Een tempel, zwijgend schoon met smuk van dauw, En diep van heimnisvollen schaduwnacht, Waar 't zoetste wonder op ontwaken wacht, Blink-wit in 't droomdoorweven schemergrauw, De roze mijner blanke Liefde. - Licht Is rondom - of zij zachten luister straal' - De nacht, die zwijgend de oogen op haar richt. Door 't loover zweeft in stille fluistertaal De melodieuze ziel van 't zoetste dicht Van minne.... en heimlijk zingt een nachtegaal. Vorige Volgende