Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] IV. Mijn droom bouwt om uw ziele-majesteit, Op pracht van blank-albasten kolonnaden, Een kanten kathedraal, met ranke arkaden Ter blauwte, als een gebed, stil opgeleid, En blanke marmerwanden, overspreid Met licht festoen, en feestlijk fulpen waden En welig-wijdontplooide palmenbladen, Die roerloos aadmen geurenlieflijkheid. In wijdend zwijgen overhuift uw hoofd De sterrenhemel mijner droomenhallen Waar elk vreemd licht eerbiedig wordt gedoofd. Daar wordt uw schoone ziel van duizendtallen Beelden en stemmen jubelend geloofd Met nimmer-eindend hosiannaschallen. Vorige Volgende