Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Poëzie. Een diepe struik vol geuren van seringen Weeft om zijn hoofd een blanke bloesemwade En bergt hem in zijn bloeiende genade Die eenzaam stil zijn ziel zoekt uit te zingen. Ginds staat een fonklende fontein te springen: Trots slaan de rozen 't spel der stralen gade... Een zwevende muziek kwam ongestade Vol vreemde aandoening in zijn ooren dringen... En op die klanken drijven zijn gedachten... Zacht zegen de oogen in ontroering dicht, En 't werd een onuitspreeklijk-wee verlangen... Zoo zwevend-teer, zoo rein en zilverzachte Rees voor zijn ziel lichtscheemrend een gedicht... Ver met den wind verwazen zacht zijn zangen... Vorige Volgende