Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Mei. In feestvictorie staat te prijk de pronk Van purpre' en blankgepluimde meiseringen En 't regent gouden bloemen van den stronk Wiens twijgen te ochtend nog te treuren hingen. In 't blauwe lucht-gelach en 't licht-gelonk Der zonne ontstak kastanje, in witte kringen, Haar bloemenkaarsen. En aanhoudend zingen Eén droomezoete roke, één kleurgevonk, In 't lichtste licht ontbloeid, in 't zoetst gezucht Van luwte omhoog gerezen. En gekust Door teederste innigheid is aarde en lucht. Alle verlangen staat in bloei, gesust In heilvervulling; 't feestend lent-gerucht Stijgt àl voort en vervult der ziele rust. Vorige Volgende