Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Lievelingskind. Blond kopje in bloeiende lentepracht Met bloemblauwe oogen, waar zonlicht in lacht, En zonnige lokken, met zonneglans Omstralend dat kopje als een heiligenkrans. Er moest om je heen immer zonnegoud zijn, Teerwitte seringen en geur'ge jasmijn, Blankzijige leeljen en rozenaroom: Eén zonnige zalige zomerdroom!... De lente zal welken, kind, veel te vroeg, En 't licht, dat vreugde in je leven loeg, En haar geur zal vergaan als een stervende zucht, Verbleeken 't lokkende blauw van de lucht. Maar bloeien blijft, wat geen herfst u rooft, De krans mijner liefde om je blonde hoofd En de wijdingen mijner handen vroom: Eén zonnige zalige zomerdoom. Vorige Volgende