Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Kinderen. Dit heb ik van de wereld wel geweten: Passie voor kinderoog en kinderlach! Daar heb ik droom en zang en zomerdag En kunst en leed en liefde bij vergeten. Een kind is àl nog hemelrozearoom En witte erinnering van lelieveeren, Naklank van harpenzang en sterrensferen- Muziek, en naschijn van extase-droom. Als blanke bloemen bloeien de englenkussen Op 't meerblauw hunner ziel diep-rustig voort. Om met gezang, van menschen nooit gehoord, Hun weenend heimweeleed in slaap te sussen, Omzweven englen 't wiegje dag en nacht Er droomentroost en bloemenzegen spreidend, Met lach en lied hun aarde-slaap verblijdend, Doorschemerend met hemelweeldepracht. [pagina 65] [p. 65] En waken ze op in 't jonge morgengloren, Geloovende engelen in ons te zien: Meen ik in kus en stemme-melodiên Der englen zoeten hemelval te hooren. Daar heb ik droom en zang en zomerdag En kunst en leed en liefde bij vergeten! Dit ééne van de wereld heb 'k geweten: Passie voor kinderoog en kinderlach! Vorige Volgende