Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Vroege ochtendhemel. Vroege ochtendhemel hangt vol zoet gerucht; De luide, kloeke leeuwrik stijgt en bouwt Zijn liedren-lustkasteel op in de blauwt' En pluimt zijn zang uit in zacht donzen lucht. De zonne straalt een teer waas van geel goud Uit, door de wijdgespreide wolkenvlucht, Die lodderdroomend heendrijft op de zucht Van zoele Meiverlangens, over 't woud, En trekt de blauwte door - als witte zwanen - Der Lente tegemoet, van lang verwachten En zoet begeer haar sprekend: dat zij kome!... En mede gaan, langs blauwe hemellanen Van blij geloof, nieuw-levens feestgedachten En leeuwrikszang van jonge lentedroomen. Vorige Volgende